Examples of using "Obama" in a sentence and their dutch translations:
- Alleen Obama weet dat.
- Dat weet enkel Obama.
Alleen Obama wist daarvan.
- Heb je op Romney of Obama gestemd?
- Heeft u op Romney of Obama gestemd?
- Hebben jullie op Romney of Obama gestemd?
Barack Obama is de president van de Verenigde Staten.
De moeder van Barack Obama, Ann Dunham, was antropologe.
De moeder van Barack Obama, Ann Dunham, was antropologe.
- Waarom doet het lezen van deze zin me denken aan Obama?
- Waarom moet ik bij het lezen van deze zin aan Obama denken?
- Waarom moet ik aan Obama denken als ik deze zin lees?
“De economie drijft landen aan weerszijden van de Atlantische Oceaan uit elkaar”: zo vat La Stampa de gevolgen samen van recente uitspraken van Barack Obama. Daarin beweerde de Amerikaanse president dat de magere groeiperspectieven van de Verenigde Staten toe te schrijven zijn aan de slechte wijze waarop de eurocrisis wordt bestreden.