Examples of using "Dão" in a sentence and their dutch translations:
Koeien geven melk.
Ze waarschuwen elkaar.
Koeien geven melk.
Sommige winkels geven korting.
Bananen geven veel energie.
Koeien geven ons melk.
In mijn tuin groeien er bramen.
Maar ze lijken hem niet te accepteren.
De leraren geven de hele dag les.
Ze richten altijd hun aandacht op milieuproblemen.
Het klikt goed tussen Maria en Peter.
Als je rood en blauw mengt, dan krijg je paars.
Ze heten de terugkeer van de dag welkom.
Veranderingen in het milieu hebben geleid tot het ontstaan van nieuwe soorten.
Sinaasappels en mandarijnen maken me onpasselijk.
Ik zie een hoop valse horizonnen waar je denkt dat je dichterbij komt.
Een hoefijzer en een klavertjevier brengen geluk.
Ik vind het goed dat er nog boeken bestaan, maar ze maken mij slaperig.
Stoeltjesliften vind ik eng; ik hou er niet van zo hoog boven de grond aan een draadje te bungelen.