Translation of "Acampar" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Acampar" in a sentence and their dutch translations:

Eu adoro acampar.

Ik ben gek op kamperen.

Podemos acampar nesta caverna,

We kunnen in de grot kamperen...

Ou acampar na árvore.

...of we maken een kamp in de boom.

Ken gosta de acampar.

Ken houdt van kamperen.

Tenho de pensar onde vou acampar.

We moeten ergens een kamp opzetten.

Não se pode acampar na lua.

Men kan niet kamperen op de maan.

Acha que é melhor acampar na caverna?

Dus je denkt dat het het beste is in de grot te kamperen?

Ou acampar na árvore. A decisão é sua.

...of we maken een kamp in de boom. Jij bepaalt.

Está mesmo a escurecer. Tenho de pensar onde vou acampar.

Het wordt nu echt donkerder. We moeten ergens een kamp opzetten.

Vai até ao fundo. Não seria um mau sítio para acampar.

De grot gaat helemaal naar binnen. Geen slechte plek om te kamperen.

Podemos acampar nesta caverna, seria bom para os medicamentos, está mais fresca.

We kunnen in de grot kamperen... ...wat goed is voor de medicijnen, het is er veel koeler.