Examples of using "átomo" in a sentence and their dutch translations:
Een watermolecule bestaat uit één zuurstofatoom en twee waterstofatomen.
Een watermolecule bestaat uit één zuurstofatoom en twee waterstofatomen.
Volgens Leucippus en Democritus zou het atoom ondeelbaar zijn. Vandaag de dag weten we dat dat niet waar is.
De organisatieniveaus in de biologie kunnen in de volgende volgorde worden gerangschikt: atoom, molecuul, organel, cel, weefsel, orgaan, systeem, organisme, populatie, gemeenschap, ecosysteem en biosfeer.