Examples of using "Molécula" in a sentence and their dutch translations:
Een molecuul bestaat uit atomen.
Deze molecuul heeft een kristalstructuur.
Deze molecuul heeft een kristalstructuur.
Ieder molecuul in ons lichaam heeft een unieke vorm.
Een watermolecule bestaat uit één zuurstofatoom en twee waterstofatomen.
Een watermolecule bestaat uit één zuurstofatoom en twee waterstofatomen.
...dat ze één feromoonmolecuul uit miljoenen kunnen ontwaren. Zigzaggend vliegen helpt hem de locatie te vinden.
De organisatieniveaus in de biologie kunnen in de volgende volgorde worden gerangschikt: atoom, molecuul, organel, cel, weefsel, orgaan, systeem, organisme, populatie, gemeenschap, ecosysteem en biosfeer.