Examples of using "Złe" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb slecht nieuws.
- Ik heb slecht nieuws voor je.
- Ik heb slecht nieuws voor u.
- Ik heb slecht nieuws voor jullie.
...kan een zegen zijn.
Hij kwam in slecht gezelschap terecht.
Dat was niet slecht.
- Dat viel mee.
- Dat viel wel mee.
Slechte dingen kunnen snel gebeuren,
Hij wil slechte herinneringen uitwissen.
Onder haar vele kinderen zijn er goede en slechte.
Het is moeilijk te zeggen wat goed is en wat niet, maar toch moet het.