Examples of using "Było" in a sentence and their dutch translations:
Dat scheelde weinig.
Wat er gebeurde was --
- Hoe was het?
- Hoe is het gegaan?
Het was zoet.
- Er was veel wind.
- Het was heel winderig.
Het was koud.
Dat was op het nippertje.
Was het goed?
De doos was open en leeg.
Dat was het niet.
Maar het was zo.
Het was pijnlijk.
...om achteruit te gaan.
Er waren 1200 dragers…
Wat was dat?
Dat was waanzin.
Het was heet gisteren.
Dat was dapper!
Wanneer was dat?
Was er veel schade?
Gisteren was het bewolkt.
Dat was te veel.
Er was geen haast bij.
Dat was een leugen.
- Gisteren was het koud.
- Het was gisteren koud.
Dat is altijd zo geweest.
Het was heet gisteren.
- De lucht was blauw.
- De hemel was blauw.
De lucht was rood.
Het was zo donker.
Het is leuk geweest.
Ik had het koud.
Het meer was bevroren.
Het was ijskoud!
Het licht was aan.
Het viel tegen.
Dat was niet gepland.
Tom had het koud.
Het was gevaarlijk.
- Dat is altijd zo geweest.
- Zo was het altijd.
Het was dringend.
- Dat was onverwacht.
- Dat kwam onverwacht.
Dat was niet nodig.
- Moge het zo zijn!
- Dat is maar zo!
Het was heel winderig.
Het was leeg.
Het was wit.
Eerst was dat frustrerend. Zo moeilijk te onderscheiden.
en zou ik je graag laten denken aan wat je nu hoort.
De leefomstandigheden waren bar.
Er waren geen bloeiende planten,
Het was zeer populair.
Dat scheelde maar een haartje.
Johns rechtvaardiging was vrij eenvoudig:
een belangrijke historische aberratie.
Net wat de garnaal nodig had.
'Dit is ongelooflijk.'
Het was slechts een informeel feestje.
Het was erg goedkoop.
Al het vlees was slecht.
De bioscoop was gevuld met mensen.
De emmer was vol water.
Was het gisteren koud?
Veertig mensen waren aanwezig.
Wat zat erin?
Het was leuk gisteravond.
Het was een mooie huwelijksceremonie.
Het was niet duur.
- Er was niemand daar.
- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.
Ik heb de doos opgemaakt. Ze was leeg.
Dat was erg grappig.
Het was te makkelijk.
We deden dit vanwege de shutdown.
De hemel was bezaaid met sterren.
Er was iets in de lucht.
Ik had medelijden met de jongen.
Dat was niet slecht.
Tom was weg.
Het was niet belangrijk.
Het appartement van Thomas was klein.
Het viel mee.