Examples of using "Mieliśmy" in a sentence and their dutch translations:
We hadden gelijk.
Er was een misverstand tussen ons.
We hadden gedeeltelijk gelijk.
We hadden een mondeling examen.
We hadden onze redenen.
We hadden onverwacht bezoek.
Gelukkig hadden we onze noodradio.
Alleen geld was schaars.
...maar met deze hebben we pech gehad.
...en we hebben deze keer geluk gehad.
Een half uur lang hadden we een vreselijke stortregen.
Dit was niet een slecht idee, we hadden gewoon pech.
We hadden een houten huisje... ...onder de hoogwaterlijn.
Wij hadden een geheime ontmoeting.
We hebben niet altijd gelijk gehad. We hadden nooit gedacht dat Pepe president zou worden.
Vroeger, toen we nog guldens hadden, was alles veel goedkoper dan nu met de euro.