Examples of using "Pecha" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb pech.
Je hebt pech.
...maar met deze hebben we pech gehad.
- Ik geloof niet dat zwarte katten pech brengen.
- Ik geloof niet dat zwarte katten ongeluk brengen.
Dit was niet een slecht idee, we hadden gewoon pech.