Translation of "Chciałbyś" in Dutch

Gdzie chciałbyś pracować?

Waar had je graag willen werken?

Co chciałbyś zjeść?

Wat wil je eten?

Dokąd chciałbyś iść?

Waar wilt ge naartoe?

Chciałbyś pójść na film?

Heb je zin om naar de film te gaan?

Chciałbyś się czegoś napić?

Wil je iets om te drinken?

Chciałbyś więcej soku pomarańczowego?

- Heb je nog graag wat sinaasappelsap?
- Hebt u nog graag wat sinaasappelsap?
- Hebben jullie nog graag wat sinaasappelsap?

Chciałbyś coś do picia?

- Wil je iets om te drinken?
- Wil je iets te drinken?

Na którą plażę chciałbyś pójść?

Naar welk strand wil je gaan?

Dlaczego chciałbyś zrobić coś takiego?

Waarom zou je zoiets willen doen?

Czy chciałbyś ze mną zatańczyć?

- Wil je met me dansen?
- Wilt u met me dansen?
- Wil je met mij dansen?

Czy chciałbyś jeszcze trochę więcej ciasta?

Wil je nog wat taart?

Chciałbyś jeszcze jedną filiżankę kawy wypić?

Wil je nog een kop koffie drinken?

Nie chciałbyś być w tym samolocie, kiedy spadł.

Je had niet in dat vliegtuig willen zitten toen het naar beneden kwam.

- Co chciałbyś do picia?
- Co chciałabyś do picia?

- Wat wilt u drinken?
- Wat wilt ge drinken?