Examples of using "Napić" in a sentence and their dutch translations:
- Alsjeblieft, drink wat!
- Alsjeblieft, neem een slokje!
Ik wil water drinken.
- Ik zou wat willen drinken.
- Ik heb zin om iets te drinken.
- Ik heb zin in een drankje.
Wil je iets om te drinken?
Wil je graag koffie drinken?
's Avonds gaat hij uit om wat te drinken.
Ik wil nu iets drinken.
Wil je nog een kop koffie drinken?
Kijk, daar is er een. Ze is naar het water gekomen om te drinken.