Examples of using "Smith" in a sentence and their dutch translations:
Mijnheer Smith is gekomen.
Is mevrouw Smith lerares Engels?
Smith eiste betaling.
Ja, mijn naam is Karen Smith.
Ja, mijn naam is Karen Smith.
Dr. Smith heeft veel patiënten.
Mijnheer Smith leert mij Engels.
Meneer Smith is een goede leraar.
Ja, mijn naam is Karen Smith.
Ik heb mijnheer Smith bij mij gevraagd.
Mr. Smith had drie zonen die ingenieur werden.
Mevrouw Smith geeft Engels op deze school.
Meneer Long en meneer Smith praatten met elkaar.
Mevrouw Smith heeft haar tweede kindje ter wereld gebracht.
Is juffrouw Smith lerares Engels?
Je moet in contact blijven met meneer Smith.
Boone Smith verplaatst zich graag in luipaarden.
Een zekere heer Smith is hier en wil je spreken.
Meneer Smith is een kennis van haar.
De dokter zei tegen meneer Smith dat hij roken moest opgeven als hij lang wilde leven.
Smith heeft jarenlang de effecten onderzocht van slaap en gebrek aan slaap op het geheugen en het leerproces.