Translation of "Viele" in Dutch

Viele Kinder, viele Hände.

Veel kinderen, veel handen.

Viele Grüße.

Hartelijk gegroet.

- Wie viele Tote?
- Wie viele sind gestorben?

- Hoeveel zijn er gestorven?
- Hoeveel doden?

- Wie viele Äpfel?
- Wie viele Äpfel gibt es?
- Wie viele Äpfel sind da?

Hoeveel appels zijn daar?

- Du hast viele Bücher.
- Ihr habt viele Bücher.

- U heeft veel boeken.
- Jij hebt veel boeken.
- Jullie hebben veel boeken.

- Er hat viele Geschichtsbücher.
- Er besitzt viele Geschichtsbücher.

- Hij bezit veel boeken over geschiedenis.
- Hij heeft veel geschiedenisboeken.

- Mehr Kinder, mehr Hände.
- Viele Kinder, viele Hände.

- Veel kinderen, veel handen.
- Meer kinderen, meer handen.

- Wie viele Bücher besitzt du?
- Wie viele Bücher hast du?
- Wie viele Bücher haben Sie?
- Wie viele Bücher habt ihr?
- Wie viele Bücher besitzen Sie?

Hoeveel boeken hebben jullie?

Nahrhaft, viele Proteine.

Voedzaam en eiwitrijk.

Viele Fische starben.

Veel vissen stierven.

Wie viele Äpfel?

Hoeveel appels?

Gern. Wie viele?

Zeker. Hoe veel?

Wie viele Leute?

Hoeveel mensen?

Viele werden sterben.

Velen zullen sterven.

Viele liebe Grüße!

Veel lieve groeten!

- Wie viele Leute arbeiten hier?
- Wie viele arbeiten hier?

Hoeveel mensen werken hier?

- Ich kaufte viele Bücher.
- Ich habe viele Bücher gekauft.

Ik kocht veel boeken.

Wie viele Schwestern hast du und wie viele Brüder?

Hoeveel zussen heb je, en hoeveel broers?

- Viele Bäume sind umgefallen.
- Es sind viele Bäume umgestürzt.

Veel bomen zijn omgevallen.

- Tom machte viele Fehler.
- Tom hat viele Fehler gemacht.

- Tom heeft veel fouten gemaakt.
- Tom maakte veel fouten.

- Ich lese viele Bücher.
- Ich habe viele Bücher gelesen.

Ik lees veel boeken.

- Wie viele Sprachen kannst du?
- Wie viele Sprachen können Sie?
- Wie viele Sprachen könnt ihr?

Hoeveel talen kan je spreken?

- Wie viele Brüder hast du?
- Wie viele Brüder habt ihr?
- Wie viele Brüder haben Sie?

Hoeveel broers heb je?

- Wie viele Sprachen sprichst du?
- Wie viele Sprachen sprecht ihr?
- Wie viele Sprachen sprechen Sie?

- Hoeveel talen spreekt u?
- Hoeveel talen spreken jullie?
- Hoeveel talen spreek jij?
- Hoeveel talen spreek je?
- Hoeveel talen kan je spreken?

- Wie viele Schwestern hast du?
- Wie viele Schwestern habt ihr?
- Wie viele Schwestern haben Sie?

- Hoeveel zussen hebt gij?
- Hoeveel zussen hebben jullie?
- Hoeveel zussen heb je?
- Hoeveel zussen heb jij?

- Er hat sehr viele Geschichtsbücher.
- Er hat viele Geschichtsbücher.
- Er hat viele Bücher über Geschichte.

- Hij bezit veel boeken over geschiedenis.
- Hij heeft veel geschiedenisboeken.

- Wie viele CD's hast du?
- Wie viele Silberscheiben hast du?
- Wie viele CDs hast du?

Hoeveel cd's heb je?

- Wie viele Apps nutzt du?
- Wie viele Apps nutzt ihr?
- Wie viele Apps nutzen Sie?

- Hoeveel apps gebruik je?
- Hoeveel apps gebruiken jullie?
- Hoeveel apps gebruikt u?

- Wie viele Enkelkinder hast du?
- Wie viele Enkelkinder habt ihr?
- Wie viele Enkelkinder haben Sie?

- Hoeveel kleinkinderen heb je?
- Hoeveel kleinkinderen heeft u?
- Hoeveel kleinkinderen hebben jullie?

- Wie viele Bücher hast du?
- Wie viele Bücher haben Sie?
- Wie viele Bücher habt ihr?

- Hoeveel boeken bezit je?
- Hoeveel boeken hebben jullie?

- Stelle nicht so viele Fragen!
- Stellt nicht so viele Fragen!
- Stellen Sie nicht so viele Fragen!
- Stell nicht so viele Fragen!

Stel niet zo veel vragen!

Der Bär isst also offensichtlich viele Nüsse und viele Früchte

De beer eet dus een hoop nootjes... ...veel fruit...

- Wie viele Bücher besitzt du?
- Wie viele Bücher hast du?

Hoeveel boeken bezit je?

- Wie viele Stifte habt ihr?
- Wie viele Stifte haben Sie?

- Hoeveel pennen heeft u?
- Hoeveel pennen hebben jullie?

- Wie viele Bücher hat er?
- Wie viele Bücher besitzt er?

- Hoeveel boeken heeft hij?
- Hoeveel boeken bezit hij?

- Wie viele Taschen haben Sie?
- Wie viele Taschen habt ihr?

Hoeveel tassen heb je?

- Im Hafen liegen viele Jachten.
- Im Hafen liegen viele Yachten.

Er zijn veel jachten in de haven.

- Ich habe viele Freunde hier.
- Ich habe hier viele Freunde.

Ik heb hier een heleboel vrienden.

- Wie viele Kinder haben Sie?
- Wie viele Kinder hast du?

Hoeveel kinderen heb je?

- Wir haben zu viele Klassen.
- Wir haben zu viele Lektionen.

We hebben te veel lessen.

- Wie viele CD's hast du?
- Wie viele CDs hast du?

- Hoeveel cd's hebt ge?
- Hoeveel cd's heb je?

- Viele meiner Freunde können Französisch.
- Viele meiner Freunde sprechen Französisch.

Veel van mijn vrienden spreken Frans.

- Viele Leute mögen es, zu reisen.
- Viele Leute reisen gerne.

Veel mensen reizen graag.

- Wie viele CD's hast du?
- Wie viele Silberscheiben hast du?

Hoeveel cd's heb je?

- Wie viele Sprachen sprecht ihr?
- Wie viele Sprachen sprechen Sie?

- Hoeveel talen spreekt u?
- Hoeveel talen spreken jullie?

Wie viele Brüder hast du? Wie viele Schwestern hast du?

Hoeveel broers heb je? Hoeveel zussen heb je?

- Sie hat zu viele Freunde.
- Er hat zu viele Freunde.

- Zij heeft veel vrienden.
- Ze heeft te veel vriendjes.

- Im Fluss schwimmen viele Fische.
- Viele Fische schwimmen im Fluss.

Veel vissen zwemmen in de rivier.

- Ich habe viele Freunde kennen gelernt.
- Ich habe mir viele Freunde gemacht.
- Ich habe viele Freunde kennengelernt.

Ik heb veel vrienden gemaakt.

Ich mache viele Handbewegungen.

Ik ga veel handgebaren maken.

Es gibt viele Optionen.

Er zijn veel opties.

Viele kommen von weither.

Vele hebben kilometers gereisd.

-Bereitet sie Probleme? -Viele.

Heb je er problemen mee? -Ja, veel.

Viele Hände, schnelles Ende.

Vele handen maken licht werk.

Kyoto hat viele Universitäten.

Kyoto heeft veel universiteiten.

Bill hat viele Freunde.

Bill heeft veel vrienden.

Viele Leute standen Schlange.

Vele mensen wachtten in de rij.

Viele Studenten haben Teilzeitjobs.

Veel studenten werken deeltijds.

Sie kennt viele Sprichwörter.

Ze kent veel spreekwoorden.

Viele Jahre gingen vorüber.

Vele jaren gingen voorbij.

Viele Leute bewundern Nikko.

Veel mensen bewonderen Nikko.

Wie viele sind gestorben?

Hoeveel zijn er gestorven?

Ich habe viele Fotos.

Ik heb veel foto's.

Ich habe viele Verwandte.

Ik heb veel familieleden.

Ich brauche viele Bücher.

Ik heb veel boeken nodig.

Tom hat viele Freunde.

Tom heeft veel vrienden.

Ich habe viele Bücher.

Ik heb veel boeken.

Wir hatten viele Möbel.

We hadden veel meubels.

Sie hat viele Hunde.

Ze heeft veel honden.

Viele Bäume sind umgefallen.

Veel bomen zijn omgevallen.

Wir haben viele Freunde.

We hebben veel vrienden.

Griechenland hat viele Inseln.

Griekenland heeft veel eilanden.

Tom machte viele Fehler.

Tom maakte veel fouten.

Er hat viele Schulden.

Hij heeft veel schulden.

Ich habe viele Platten.

Ik heb veel platen.

Tom hatte viele Freunde.

Tom had veel vrienden.

Er hat viele Geschichtsbücher.

Hij heeft veel geschiedenisboeken.

Ich habe viele Freunde.

Ik heb veel vrienden.