Examples of using "Rauszugehen" in a sentence and their dutch translations:
Geen sprake van om met deze regen weg te gaan.
Ik blijf liever thuis dan met dit weer weg te gaan.
Ik heb geen zin om uit te gaan.
Wat ik probeer te doen is om heel vroeg wakker te worden en dan te gaan.
- Ik heb geen zin om uit te gaan.
- Ik heb geen zin om naar buiten te gaan.
- Ik heb geen goesting om naar buiten te gaan.
- Ik ben niet geneigd uit te gaan.
Ik heb geen zin om uit te gaan.