Examples of using "Hab" in a sentence and their dutch translations:
- Heb medelijden!
- Heb genade!
Ik heb je!
Heb vertrouwen.
- Wees geduldig!
- Een beetje geduld!
Ik heb het gesloten.
Heb ik niet gelijk?
Wees niet bang.
- Wees niet bang!
- Vrees niet!
Ik heb je!
Heb ik het mis?
Heb genade!
Ik heb een aquarium.
Heb ik niet gelijk?
- Begrepen.
- Ik begrijp het.
- Oké.
- Ik heb je!
- Goed.
- Ik heb geen mobiele telefoon.
- Ik heb geen mobieltje.
- Ik heb geen gsm.
Ik heb een blindedarmontsteking.
Ik heb het gesloten.
- Ik heb je gisteren gezien.
- Ik heb jou gisteren gezien.
Nu begrijp ik het.
- Ik ben het horloge verloren.
- Ik heb het horloge verloren.
- Ik heb het polshorloge verloren.
Ik heb ontbijt voor je gemaakt.
Ik ben over de A58 gegaan.
Ik heb nu wat geld.
Ik ben zijn naam vergeten.
- Heb ik het mis?
- Heb ik het fout?
- Ik hou van je!
- Ik hou van jou!
Ik heb diarree.
Wees niet bang.
Ik heb mijn vingertop verbrand.
Ik heb gewonnen!
Laatst dacht ik aan je.
Eens kijken, ik heb nog meer.
Ik heb de afwas al gedaan.
Ik ben verliefd op je geworden.
Ik heb geen zin om uit te gaan.
- Ik heb je net ge-e-mailed.
- Ik heb u net ge-e-mailed
- Ik heb jullie net ge-e-mailed
- Ik heb je net gemaild.
- Ik heb u net gemaild.
- Ik heb jullie net gemaild.
- Laatst heb ik een fotoapparaat gekocht.
- Onlangs heb ik een fotoapparaat gekocht.
Denk je dat het geld mij op de rug groeit?
Ik heb niemand gezien.
Heb ik het mis?
Ik ben Frans kotsbeu.
Wees niet bang om fouten te maken.
Ik gaf hem een oorvijg.
Potverdorie, ik heb te veel geld gebruikt.
Heb genade!
Ik hou van mijn fiets.
Ik gaf hem een kus op de wang.
Ik heb het gewist. Dat was het moeilijkste.
- Ik heb ontzettende honger.
- Ik heb honger als een paard.
- Ik verga van de honger.
- Ik ben uitgehongerd.
- Ik rammel van de honger.
- Heb geen angst. Die ziekte is niet besmettelijk.
- Wees niet bang. Die ziekte is niet besmettelijk.
Ik heb mijn been met skiën gebroken.
Ik heb niets om het blik te openen.
Ik heb mijn geld in een portemonnee gedaan.
Ik zag een menigte kinderen in de bioscoop.
Wees niet bang.
Hou je oren wijd open! Ik moet iets zeggen.
Ik heb het wel gezegd, maar bedoelde het niet zo.
Ik heb hem al jaren niet gezien.
- Spring! Geen schrik! Het is niet heel hoog!
- Spring! Niet bang zijn! Het is niet heel hoog!
Ze heeft haar gebreken maar ik mag haar graag.
Ik heb geen idee wat die kerel denkt.
Wees geduldig!
Neem me niet te serieus. Ik schertste zomaar wat.
Ik heb diarree.
- Ik heb er genoeg van.
- Ik heb er genoeg van gehad.
Ik ben zijn naam vergeten.
Verdorie, waar heb ik godsnaam mijn sleutels neergelegd?
- Ik ben het horloge verloren.
- Ik heb het horloge verloren.