Examples of using "Palast" in a sentence and their dutch translations:
De koningin woont in Buckingham Palace.
Het paleis heeft een hoge toren.
Het koninklijk paleis werd op een heuvel gebouwd.
Vergeleken met ons huis is het zijne een paleis.
Het jaar daarop dwong Wellington's overwinning bij Salamanca Soult om zijn paleis in Sevilla te verlaten