Examples of using "Seins" in a sentence and their dutch translations:
- Het is van hem.
- Het is de zijne.
Dit is van hem.
Dit is haar huis.
Mijn kamer is twee keer groter dan die van hem.
- Dit is zijn huis.
- Dit huis is van hem.
Vergeleken met ons huis is het zijne een paleis.
Dat is de mijne. Ik weet niet waar de zijne is.
Dat is haar huis.
Mijn auto is een Ford, net als de uwe.