Examples of using "Müsst" in a sentence and their dutch translations:
- U moet beginnen.
- Jullie moeten beginnen.
- Je moet vechten!
- Jullie moeten vechten!
Jullie moeten helpen.
- Ge moet naar huis gaan.
- Je moet naar huis gaan.
Ik heb een extractie nodig.
Jullie moeten meer eten.
Je moet beter opletten.
Jullie moeten het me vertellen.
Jullie moeten met me meekomen.
Jullie moeten meer vezels eten.
Jullie moeten van die gewoonte af.
- Jullie moeten de knoop strakker maken.
- Jullie moeten de knoop strakker trekken.
Ge moet stoppen met roken.
- Waarom vechten jullie altijd?
- Waarom bekvechten jullie altijd?
- U moet helpen.
- Jullie moeten helpen.
- Jullie moeten zich verontschuldigen bij Tom.
- Je moet je excuses aanbieden aan Tom.
Je moet hier blijven totdat we terugkomen.
En vooral, helpt elkaar.
Jullie hoeven niets anders te doen, dan op elkaar te vertrouwen.
- Jullie moeten meer eten.
- Je moet meer eten.
Je moet beginnen dat iedere dag te doen.
Je moet gaan.
Je moet vechten!
- Jij moet helpen!
- U moet helpen.
U moet beginnen.
Dat zullen jullie zelf moeten doen.
Je moet iets vroeger opstaan.
Je moet naar huis gaan.
Je moet ons helpen.
Je moet me geloven.
Je moet water drinken.
Moet je zondags werken?
Jullie moeten heel stil zijn en op jullie tenen lopen. Het baby'tje slaapt.
Je moet beter opletten.
Moet je vandaag vertrekken?
Doe het dus niet. Als je het niet hoeft te doen, doe het niet.
- U moet meer vezels eten.
- Je moet meer vezels eten.
- Jullie moeten meer vezels eten.
Je moet haar woning zien.
- Je moet het me vertellen.
- U moet het me vertellen.
- Jullie moeten het me vertellen.
- U moet de knoop strakker maken.
- U moet de knoop strakker trekken.
- Jullie moeten de knoop strakker maken.
- Jij moet de knoop strakker maken.
- Je moet de knoop strakker trekken.
Je hoeft niet meteen te gaan.
Je moet meer grammatica leren.
Je moet vooraf betalen.
Je lijkt wel gek.
Je moet hard leren.
- Je moet je haasten.
- Je moet opschieten.
- U moet opschieten.
- Jullie moeten opschieten.
- Jullie moet je haasten.
- Ge moet leren uit uw fouten.
- Je moet leren van je eigen fouten.
Je moet stoppen met drinken.
Of moet je de bus nemen?
Hoe vaak moet je naar de tandarts?
- U moet uw excuses aanbieden aan Tom.
- Jullie moeten zich verontschuldigen bij Tom.
- Je moet je excuses aanbieden aan Tom.
Gij moet dat doen.
Je moet beter opletten.
Het spijt me, maar ik heb strikte bevelen om niemand binnen te laten zonder een uitnodiging. Als jullie er geen hebben, moeten jullie buiten blijven.
- Waag je kans.
- Waag uw kans.
Je moet naar buiten gaan als je wilt roken.
Om dat te doen, moet je risico's nemen.
Luister goed naar me, kinderen. Wees beleefd en vriendelijk tegen iedereen, zeg nooit een onvertogen woord tegen iemand, en raak nooit een kruimel aan die van iemand anders is.
Ik ben geen gedachtenlezer. Je moet me vertellen wat je wil.