Examples of using "Anfangen" in a sentence and their dutch translations:
U moet beginnen.
Waar zal ik mee beginnen?
Laten we maar gewoon beginnen.
Kan ik beginnen?
- U moet beginnen.
- Jullie moeten beginnen.
We moeten ermee beginnen.
Kan ik beginnen?
Wie begint?
U moet beginnen.
- Laten we beginnen.
- Laten we van start gaan.
Ge moet onmiddellijk beginnen.
- We moeten opnieuw beginnen.
- We moeten weer beginnen.
- Ge moet onmiddellijk beginnen.
- Je moet meteen beginnen.
- Kan je morgen beginnen?
- Kun je morgen beginnen?
Je zou onmiddellijk moeten beginnen.
Wanneer wil je beginnen?
Waar zal ik mee beginnen?
- Laten we beginnen.
- Laten we van start gaan.
We kunnen vandaag niet beginnen.
We kunnen denk ik maar beter beginnen.
- Ge zoudt beter dadelijk beginnen.
- Je kunt beter meteen beginnen.
Wat moeten we ermee doen?
We zullen opnieuw beginnen.
We kunnen vanavond beginnen.
We beginnen dadelijk met het werk.
Mag ik nu beginnen met eten?
Laten we beginnen.
Ik wil graag beginnen met een paar vragen.
We beginnen!
Beginnen we eraan?
We moeten ermee beginnen.
Beginnen is gemakkelijk, volhouden is een kunst.
Wie begint?
Je zou onmiddellijk moeten beginnen.
Mag ik nu beginnen met eten?
We gaan niet beginnen voordat Bob er is.
Ik weet niet waar te beginnen.
Laat het spel beginnen!
Hebben jullie nog vragen voor we beginnen?
Mag ik nu beginnen met eten?
Wij houden u op de hoogte, als we eraan beginnen.
- Laten we beginnen.
- Kom, we beginnen eraan.
- Laten we van start gaan.
dan zou ik wel geologie moeten gaan studeren.
We moeten meteen beginnen.
Laten we het tweede probleem behandelen, goed?
Als ik jou was, zou ik onmiddellijk beginnen.
Verbaasd zijn, zich verwonderen, is beginnen te begrijpen.
Ik moet het gaan aanleggen met wat verfijndere vrouwen,
Je moet beginnen dat iedere dag te doen.
Laten we beginnen.
- Ik start morgen.
- Ik begin morgen.
We moeten ons vandaag beginnen voorbereiden op wereldwijde migratie.
We zouden eerst kerstcadeaus voor de kinderen moeten gaan halen.
Hij zei mij dat hij de volgende dag zou beginnen.
Wat moet ik daarmee?
Wanneer zou je willen beginnen?
De lerares gaat dit jaar beginnen Engels te leren.
En dan moet je gaan denken als een octopus.
We kunnen vanavond beginnen.
Het eerste woord in een Engelse zin moet met een hoofdletter beginnen.
Dan beginnen we plots een nieuw perspectief op onszelf
We moeten meteen beginnen.
Laten we meteen met ons werk beginnen.
Wat wil je doen met je leven?
Tom weet niet wat hij eerst moet doen.
Misschien gaat het sneeuwen.
Oorlogen starten niet zoals de winter start, maar het zijn de mensen die een oorlog starten.
Oorlogen starten niet zoals de winter start, maar het zijn de mensen die een oorlog starten.