Translation of "Krach" in Dutch

Mache keinen Krach!

Maak geen geluid!

Der Krach wird immer lauter.

Het lawaai wordt al maar luider.

Dieser Krach ist nicht auszuhalten.

Dit lawaai is moeilijk te verdragen.

Die Kinder machen viel Krach.

De kinderen maken veel herrie.

- Ich halte diesen Krach nicht mehr aus.
- Ich halte diesen Krach nicht länger aus.

Ik kan deze herrie niet langer verdragen.

- Der Lärm wird immer lauter.
- Der Krach wird immer lauter.
- Der Krach nimmt stetig zu.

- Het lawaai wordt steeds harder en harder.
- Het lawaai wordt al maar luider.
- Het lawaai wordt steeds luider.
- Het lawaai wordt steeds harder.

Ich konnte den Krach nicht mehr aushalten.

Ik kon het lawaai niet meer verdragen.

Was soll der Krach? Was ist los?

Wat is al die herrie? Wat gebeurt er?

Aber der Krach und die grellen Lichter wirken desorientierend.

Maar lawaai en felle lichten desoriënteren haar.

Der Krach des heftigen Verkehrs hielt mich die ganze Nacht wach.

Het geluid van het zwaar verkeer heeft mij heel de nacht wakker gehouden.

- Der Lärm wird immer lauter.
- Der Krach nimmt stetig zu.
- Der Getöse wird zunehmend lauter.

- Het lawaai wordt steeds harder en harder.
- Het lawaai wordt al maar luider.

- Tom beschwerte sich an der Rezeption über den Krach.
- Tom beklagte sich am Empfang über den Lärm.

Tom beklaagde zich bij de receptie over het lawaai.