Examples of using "Enkelkinder" in a sentence and their dutch translations:
Heeft u kleinkinderen?
- Hoeveel kleinkinderen heb je?
- Hoeveel kleinkinderen heeft u?
- Hoeveel kleinkinderen hebben jullie?
- Waar zijn je kleinkinderen?
- Waar zijn jouw kleinkinderen?
Kleinkinderen kunnen voor de grootouders een grote bron van vreugde zijn.