Examples of using "Ihre" in a sentence and their dutch translations:
hun perspectief verandert, en tevens hun houding.
Uw papieren!
Ze heeft haar geld, haar gezin en haar vrienden verloren.
Ik ken haar adres.
Hun spieren zijn stijf.
- Weet u uw maat?
- Weet u welke maat u hebt?
Ik heb uw hulp nodig.
Bedankt voor uw geduld.
Haar ogen lachen.
Uw kamernummer, alstublieft?
Hare Majesteit wacht.
- Uw ticket, alstublieft.
- Uw kaartje, alstublieft.
Uw kredietkaart alstublieft.
Dat is de hare.
Zijn deze van u?
Uw vuilnisbak staat in brand.
Uw neus bloedt.
- Kinderen doen eerder hun vrienden dan hun ouders na.
- Kinderen imiteren eerder hun vrienden dan hun ouders.
Kinderen doen eerder hun vrienden dan hun ouders na.
Ze heeft haar kinderen in de steek gelaten.
Ze eten hun appels.
Enorm bedankt voor uw moeite.
Ken je haar elektronisch adres vanbuiten?
Ze hebben hun paraplu's verloren.
Heb je haar telefoonnummer gekregen?
Haar ogen straalden van blijdschap.
- Bedankt voor uw geduld.
- Bedankt voor je geduld.
Dit feit bewijst haar onschuld.
Open uw tas alstublieft.
Ze heeft haar geld, haar familie en haar vrienden verloren.
Ze heeft haar nieuw horloge verloren.
betaalden hun leningen terug
Al hun gereedschap.
terwijl we opnames maken van de hersenactiviteit.
Ze gebruikte haar woorden.
hun eigen uitstoot van broeikasgassen terugdringen,
Wiskunde is haar zwakke punt.
- Zingen is zijn sterkste punt.
- Zingen is haar sterkste punt.
- Weet u uw maat?
- Weet u welke maat u hebt?
- Frans is zijn moedertaal.
- Frans is haar moedertaal.
- Haar moedertaal is Frans.
Haar bewering was onjuist.
Haar wangen waren rood.
Haar favoriete band is Warpaint.
- Hun blikken kruisten elkaar.
- Hun blikken hebben elkaar gekruist.
Haar dagen zijn geteld.
Haar schoonheid was onbeschrijfelijk.
Ze strafte haar kinderen.
Haar ogen zijn blauw.
Wat zijn uw maten?
Dank je wel voor de aanbeveling.
Zij houdt van haar kinderen.
Was haar verhaal waar?
Haar familie beschermde haar.
Haar vrienden beschermden haar.
Jouw tas staat open.
Bedankt voor uw geduld.
- Haar moeder roept je.
- Haar moeder belt je.
Wat is uw antwoord?
Vandaag is haar doopfeest.
Kent zij uw telefoonnummer?
Bedankt voor uw hulp.
Is zij uw zuster?
Ze eten hun appels.
Wat is uw telefoonnummer?
Spaans is haar moedertaal.
Morgen is hun huwelijk.
Haar huid is glad.
Wat is de naam van uw ziekenfonds?
Het zijn hun boeken.
Wij hebben hun hulp nodig.
Haar vrienden houden van hem.
- Deze paarden zijn van haar.
- Deze paarden zijn van hen.
Deze paarden zijn van jullie.