Examples of using "Eure" in a sentence and their dutch translations:
Sluit jullie boeken.
Ga jullie tanden poetsen!
Heb je vijanden lief.
Vergeet jullie vrouwen!
Doe je ogen open.
Stel jullie vraag.
Bedankt voor jullie kritiek.
Waar zijn jullie ouders?
Zijn dat jouw foto's?
- Uw antwoord is fout.
- Jullie antwoord is fout.
Ik hou van jullie stad.
Is deze schrijfmachine van u?
- Bedankt voor uw gastvrijheid.
- Bedankt voor jullie gastvrijheid.
- Lever je huiswerk in.
- Lever jullie huiswerk in.
Waar is jullie muts?
Vergeet jullie paspoort niet.
Hoe waren jullie wittebroodsweken?
Zijn jullie handen schoon?
- Zijn dat jullie paarden?
- Zijn dit jullie paarden?
Jullie stad is prachtig.
Laat jullie wapens vallen!
Waar is je school?
We zullen uw voorwaarden aanvaarden.
Jullie zijn jullie paraplu's vergeten.
Hoe oud zijn jullie kinderen?
Ik at jullie aardbeien.
Waren uw ouders thuis?
Ik wou graag jullie postzegelverzameling zien.
Zonder uw hulp was ik verdronken.
Hebben uw kinderen een eigen kamer?
Vergeet niet jullie pillen te nemen!
Dring uw opinies niet aan mij op.
Jullie dochter is geen kind meer.
VERTELLER: En bekommerden je om je community.
Er is geen antwoord op jullie vraag.
- Vergeet je spullen niet.
- Vergeet je dingen niet.
Trek je pyjama aan.
- Waar zijn je ouders?
- Waar zijn jullie ouders?
Ik zal op je kinderen passen vanavond.
- Ik hou van uw stad.
- Ik hou van jouw stad.
- Ik hou van jullie stad.
- Ga buiten oefenen.
- Ga buiten trainen.
- Ga buiten sporten.
Hoe was uw reis?
Ik hou van uw stad.
Speel muziek voor dierbaren via de telefoon.
- Neem uw kinderen mee.
- Laat uw kinderen meekomen.
- Breng je kinderen mee.
We hebben jouw steun nodig.
Waar is je school?
Hier zijn je sleutels.
Waar zijn jouw tantes?
- Waar is je pet?
- Waar is jullie muts?
Ik had het, zonder uw hulp, niet gekund.
...zou ik beide toewijden aan het vechten van jullie oorlogen.
voor alle manieren waarop we niet op jullie kracht hebben vertrouwd.
Vers fruit en groenten zijn goed voor je gezondheid.
Ik heb überhaupt niet begrepen waar jullie vraag op doelt.
Neem uw kinderen mee.
- Maak je zakken leeg.
- Maak uw zakken leeg.
- Maak jullie zakken leeg.
Het spijt me dat ik je feest heb gemist.
- Stel je vraag.
- Stel jullie vraag.
- Ik reken op uw hulp.
- Ik reken op jouw hulp.
- Ik reken op jullie hulp.
Dit zijn niet uw stoelen.
We zullen uw voorwaarden aanvaarden.
Doe je ogen open.
Ik heb jouw hulp hard nodig.
Ik begrijp jullie vraag niet.
Laat grootouders de stemmen van hun kleinkinderen horen via de telefoon.
Erg bedankt voor uw hulp.
- Bedankt voor uw gastvrijheid.
- Bedankt voor jullie gastvrijheid.
Open je hart.
Bedankt voor uw snelle antwoord.
Hoe oud zijn jullie kinderen?
Rustig nou, jongens, jullie ouders komen zo terug.
Waar zijn uw papieren?
Ik mis je grapjes.
- Laat je wapens vallen!
- Laat jullie wapens vallen!
- Uw antwoord is fout.
- Je antwoord is fout.
- Jullie antwoord is fout.
Waar is je school?
Uw eisen zijn onredelijk.
- Hoe was jouw avond?
- Hoe was uw avond?
- Hoe was jullie avond?
- Je lippen zijn rood.
- Jouw lippen zijn rood.
Hier zijn je sleutels.
Hou je van je kinderen?