Translation of "Großeltern" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Großeltern" in a sentence and their dutch translations:

- Meine Großeltern sind am Leben.
- Meine Großeltern sind nicht tot.

Mijn grootmoeder is niet dood.

Seine Großeltern sind beide tot.

Zijn beide grootouders zijn dood.

Die Eltern meiner Eltern sind meine Großeltern.

De ouders van mijn ouders zijn mijn grootouders.

Meine Großeltern waren schon gestorben, als ich geboren wurde.

Mijn grootouders waren al overleden toen ik werd geboren.

Meine Großeltern sind schon etwas alt und haben ihre Gewohnheiten.

Mijn grootouders zijn al iets ouder, en hebben hun gewoonten.

Enkelkinder können für die Großeltern ein großer Quell der Freude sein.

Kleinkinderen kunnen voor de grootouders een grote bron van vreugde zijn.

Meine Großeltern erzählten mir etwas, aber all das ist für mich eine Ausgeburt der Fantasie.

Mijn grootouders hebben me iets verteld, maar voor mij is dit een product van de fantasie.