Examples of using "T'y" in a sentence and their dutch translations:
Denk je er echt over niet te gaan?
Je kan beter zelf gaan.
- Ben je weg?
- Ga je weg?
- Ga je door?
Ga jij daar heen?
Komt ge hier dus niet meer terug?
Ik dacht dat ik u daar zou vinden.
- Zal je gaan?
- Zult u gaan?
- Zullen jullie gaan?
Ik dacht dat ik u daar zou vinden.
Zijt ge klaar om te beginnen?
- Ik heb u daar gezien.
- Ik heb je daar gezien.
Je hoeft daar niet heen te gaan.
- Je kan op hem vertrouwen.
- Je kan hem vertrouwen.
- Je kunt hem vertrouwen.
- Heeft iemand je daar gezien?
- Heeft iemand u daar gezien?
- Heeft iemand jullie daar gezien?
Denk je er echt over niet te gaan?
Je hoeft daar niet heen te gaan.
Waarom lopen jullie niet?
Ga jij daar heen?
Je zou er niet heen moeten gaan.
Je hoeft daar niet heen te gaan.
- Je kunt beter niet naar.
- U doet er best aan niet te gaan.
- Ga niet zonder hoed.
- Ga niet weg zonder hoed.
- Ga niet naar buiten zonder hoed.
- Je zou niet alleen moeten gaan.
- Je moet niet alleen gaan.
- Je kan maar beter niet alleen gaan.
Ge moet niet noodzakelijk naar daar gaan.