Examples of using "Rendre" in a sentence and their dutch translations:
Ik zou je graag bezoeken.
of we gelukkig zijn,
- Bezoek ons.
- Kom ons bezoeken.
Laten we even bij hem aanwippen.
Kom ons bezoeken.
Ik wou hem gelukkig maken.
Ik ga het intellectueel maken.
Niemand wil daarheen.
Ik wou hen mijn waardering tonen.
- Ik zou u willen een bezoek brengen.
- Ik zou je graag bezoeken.
Net gerealiseerd?
We zullen je een bezoekje brengen.
Kom ons bezoeken.
Denk je er echt over niet te gaan?
Ga naar de afdeling chirurgie alstublieft.
Ik moest naar Amerika gaan.
Ik hoop dat ik in juni kan gaan.
Ik wil naar Mars gaan.
Ik moet het vanavond teruggeven.
Ik moet dit boek vandaag terugbrengen.
Wanneer ga je het geleende geld teruggeven?
Dromen kunnen me gek maken.
Kun je me een plezier doen?
Ik wou naar het concert gaan.
Je kunt me morgen bezoeken.
Ik moet er dringend heen.
Je moet je ouders gelukkig maken.
Denk je er echt over niet te gaan?
Je hoeft daar niet heen te gaan.
Hoe kom ik aan het station?
Het garnizoen werd tot overgave gedwongen.
Hoe geraak ik aan het commissariaat?
Je kan beter zelf gaan.
- Vertel me alsjeblieft hoe ik naar het vliegveld moet gaan.
- Vertel me alsjeblieft hoe ik op het vliegveld kom.
Hij vergat zijn belofte daarnaartoe te gaan.
Zal ik naar het feest gaan?
Ik moet naar de bank.
Ik zou liever sterven dan mij over te geven.
Ik vermijd daar laat op de avond naartoe te gaan.
Ik moet het boek voor zaterdag terugbrengen.
Bezoek ons.
Kom mij een bezoek brengen.
Ik weet niet, hoe je daar komt.
We zullen je een bezoekje brengen.
Het spijt me, maar ik moet heel dringend naar het toilet.
Zou je me alsjeblieft een plezier kunnen doen?
- Denk je dat je met Kerstmis naar Boston kunt komen?
- Denkt u dat u met Kerstmis naar Boston kunt komen?
- Denken jullie dat jullie met Kerstmis naar Boston kunnen komen?
Ik wilde daarnaartoe gaan.
Ik loop altijd naar school.
Ze moet daarnaartoe.
Ik vind dat hij daarnaartoe moet gaan.
Ik moet dit boek naar de bibliotheek terugbrengen.
- Ik was van plan om te gaan, maar ben het vergeten.
- Ik wilde gaan, maar vergat het.
Het is mijn droom naar Japan te gaan.
Hoe kom ik bij het strand?
- Ik heb haar zondagochtend bezocht.
- Ik bezocht haar op zondagochtend.
Mag ik gaan?
Ik zou graag met je meegaan.
Dit zal je waarschijnlijk een klein beetje bang maken
Beter ontdekken we dat nu, voordat we erin zitten.
En nu zijn bouwen ze hun technologieën zo humaan mogelijk,
Kunt u me wijzen hoe ik me naar het station moet begeven?
De volgende zondag gaan we onze tante bezoeken.
We moeten koste wat kost een oorlog onmogelijk maken.
Ik ben bang om te gaan.
Ik moet mijn vriend in het ziekenhuis bezoeken.
Robert komt mij af en toe bezoeken.
Ik heb besloten niet naar Europa te gaan.
Ik zou graag ooit eens naar het buitenland trekken.
Zou je me alsjeblieft een plezier kunnen doen?
Ik hoop dat ge spoedig ons nog eens komt bezoeken.
Waar moeten we naartoe?
Waar wilt ge naartoe?
Ik moet dit boek vandaag terugbrengen naar de bibliotheek.