Examples of using "Réveillée" in a sentence and their dutch translations:
Ze werd wakker.
Ze is wakker.
Ze werd wakker.
Goede morgen, Maria. Heb ik je gewekt?
Ben je wakker?
Ik hoop dat ik u niet gewekt heb.
Wanneer ben je vanmorgen wakker geworden?
Ik ben wakker.
Ze werd wakker.
Ben je wakker?
Ik maakte je wakker.
Heb ik je wakker gemaakt?
Ik zie dat je wakker bent.
Ik hoop dat ik u niet gewekt heb.
Ik hoop dat ik je niet gewekt heb.
Toen ik wakker werd, sneeuwde het.
Ze ging slapen, en werd nooit meer wakker.
Ik stond vanochtend om zes uur op.
Toen ik wakker werd, sneeuwde het.
Toen ik vanochtend wakker werd, voelde ik me ziek.
- Zaten je oogleden aan elkaar geplakt toen je vanochtend wakker werd?
- Zaten uw oogleden aan elkaar geplakt toen uw vanochtend wakker werd?
Waarom sta je op voor dat je wakker wordt?
Wanneer ben je vanmorgen wakker geworden?
Ik hoop dat ik u niet gewekt heb.
Toen ik wakker werd, was het bijna middag.