Examples of using "Réveilla" in a sentence and their dutch translations:
Ze werd wakker.
Ze werd wakker.
Hij werd wakker door luid geklop op de deur.
Ze werd wakker.
Tom maakte Mary om half zeven wakker en ze was daar niet blij mee.
Toen Tom wakker werd, was Maria aan het bureau een boek aan het lezen.
Ze ging slapen, en werd nooit meer wakker.
Eens droomde Zhuangzi dat hij een vlinder was, maar toen hij wakker werd, was hij niet zeker of hij Zhuangzi was die gedroomd had een vlinder te zijn, of dat hij een vlinder was die nu droomde Zhuangzi te zijn.
Eens droomde Zhuangzi dat hij een vlinder was, maar toen hij wakker werd, was hij niet zeker of hij Zhuangzi was die gedroomd had een vlinder te zijn, of dat hij een vlinder was die nu droomde Zhuangzi te zijn.