Translation of "Magasins" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Magasins" in a sentence and their dutch translations:

La plupart des magasins étaient fermés.

De meeste winkels waren gesloten.

Les magasins sont fermés le dimanche.

De winkels zijn op zondag gesloten.

Les magasins sont bondés juste avant Noël.

Winkels zijn druk bezet net voor Kerstmis.

Comme c'était dimanche, les magasins n'étaient pas ouverts.

Omdat het zondag was, waren de winkels niet open.

Comme on était dimanche, les magasins n'étaient pas ouverts.

Omdat het zondag was, waren de winkels niet open.

Les grands magasins sont toujours bondés juste avant Noël.

Warenhuizen zijn altijd vol net voor Kerstmis.

Il n'y a pas de magasins près de chez moi.

Er zijn geen winkels in de omgeving van mijn huis.

À côté de chez moi il y a quelques magasins.

Er zijn een paar winkels naast mijn huis.

Est-ce que tu veux aller faire les magasins demain ?

- Heb je zin om morgen te gaan shoppen?
- Heb je zin om morgen te gaan winkelen?

La semaine précédant Noël, de nombreux magasins restent ouverts tard.

De week voor Kerstmis blijven veel winkels laat open.

Le samedi avant Noël, les magasins étaient pleins de monde.

De winkels waren levendig met mensen de zaterdag voor Kerstmis.

À côté de chez moi, il n'y a pas de magasins.

In de omgeving van mijn huis zijn er geen winkels.

Il faut que nous nous dépêchions sinon les magasins seront fermés.

- We moeten opschieten, anders zullen de winkels sluiten.
- We moeten ons haasten, anders gaan de winkels sluiten.

Si tu ne vas pas mieux demain, nous n'irons pas faire les magasins.

Als je morgen niet beter bent, gaan we niet winkelen.

Le mois qui précède Noël est une période de l'année très chargée pour les magasins.

De maand voor Kerstmis is een zeer drukke tijd van het jaar voor de winkels.

Que faire si les magasins d'occasion et les marchés aux puces ne prennent plus vos livres ?

Wat doen als tweedehandszaken en rommelmarkten je boeken niet meer aanvaarden?

Une ruée de parents désespérés remplit les magasins de jouets dans les jours qui précèdent Noël.

Een stormloop van wanhopige ouders vullen speelgoedwinkels in de dagen voor Kerstmis.

- Yoko a fait les boutiques hier.
- Yoko a fait du shopping hier.
- Yoko a fait les magasins hier.

Joko heeft gisteren boodschappen gedaan.