Examples of using "Couru" in a sentence and their dutch translations:
- Ik liep.
- Ik rende.
Tom rende.
Maria rende.
Ik ben naar buiten gerend.
Ik liep.
- Jij rent.
- U rent.
- Jullie rennen.
- Ik rende naar huis.
- Ik ben naar huis gerend.
Iedereen rende weg.
Ze rende zo snel als ze kon.
Tom rende voor zijn leven.
Hij rende opdat hij op tijd zou zijn.
Tom rende zo snel als hij kon.
Zoals gewoonlijk is hij vroeg opgestaan en gaan joggen.
- Jullie renden in de tuin.
- U rende in de tuin.
Hij rende niet snel genoeg om de trein te halen.
Ik heb gelopen om op tijd te kunnen zijn.
We liepen achter de kat aan.
Als je het hele eind gerend had, was je er op tijd geweest.
of was je ooit op een strand als dit,
Ik rende met de snelheid van bliksem.
Ik liep zo hard als ik kon, maar toch miste ik de bus.
Tom rende om de trein te halen.
- Ik rende naar buiten.
- Ik ben naar buiten gerend.
- Ik liep naar buiten.
- Ik ben naar buiten gelopen.
Ik liep zo hard als ik kon, maar toch miste ik de bus.
Hij liep zo snel hij kon.
Hij rende opdat hij op tijd zou zijn.
Hij liep vlugger dan zijn broer.
Ik rende zo snel als ik kon, maar ik haalde de laatste trein niet.
Hij liep vlugger dan zijn broer.
Gelukkige chocolade die, na de wereld te hebben doorkruist doorheen de glimlach van de vrouwen, de dood vond in een heerlijke en smeltende kus van hun mond.