Examples of using "Connaissais" in a sentence and their dutch translations:
Kende je Tom?
Ik kende Tom persoonlijk.
- Ik wist de waarheid al.
- Ik kende de waarheid al.
Ik kende zijn plan niet.
Kende je hem?
Als ik tenminste zijn adres wist.
Als ik nu maar het antwoord wist.
Ik kende die vrouw helemaal niet.
Als u me zo niet kende, dan kende u me überhaupt niet.
Als ik nu maar het antwoord wist.
Ik kende die vrouw helemaal niet.
Ze vroeg me of ik haar adres kende.
Ik zou hem schrijven als ik zijn adres wist.
Ik kende Tom vorig jaar nog niet.
Kende je hem goed?
Als ik u niet kende, zou ik denken dat ge liegt.
Ik deed net alsof ik haar niet kende.
Waarom doe je alsof je me niet kent?
Kende je hem goed?
- Ik dacht dat je hem niet kende.
- Ik dacht dat u hem niet kende.
- Ik dacht dat jullie hem niet kenden.
Ik had die stad nog nooit bezocht, slechter nog, ik kende zelfs geen woord van de taal die daar werd gesproken.