Examples of using "Tu " in a sentence and their dutch translations:
- Waar wacht je op?
- Waar wachten jullie op?
- Waar wacht u op?
- Waarop wachten jullie?
Kom je naar beneden?
- Wat studeer je?
- Wat leer je?
- Wat ben je aan het leren?
- Studeer je?
- Ben je aan het studeren?
Rook je?
Luister je?
Waar woon je?
Luister je?
Luister je?
Waar ga je heen?
- Hoe lang bent u?
- Hoe lang ben jij?
Waarom huil je?
Wat ga je nemen?
- Waar ging je heen?
- Waar ging je naartoe?
Wat zoek je?
Wat kook je?
Waarom vraag je dat?
Waar ben je?
Wat ga je doen?
- Waar zult ge zijn?
- Waar zul je zijn?
- Wat denk je ervan?
- Wat denk je daarvan?
Wanneer komt ge terug?
Kent ge hen?
Waar ben je geweest?
- Waar kijk je naar?
- Waarnaar kijk je?
Waar werk je?
- Wanneer komt ge terug?
- Wanneer ben je terug?
Waar woont gij?
- Waar woon je?
- Waar woont gij?
- Hoe voelt ge u?
- Hoe voel je je?
- Hoe voelt u zich?
- Voor wie werkt u?
- Voor wie werk je?
- Voor wie werken jullie?
Hé, waar ga je heen?
Welk merk heb je het liefst?
Stap je af?
Luister je?
- Met wie heb je gesproken?
- Tegen wie had je het?
Waarvoor interesseer je je?
- Studeer je?
- Ben je aan het studeren?
- Wat ben je aan het doen, papa?
- Vader, wat doe je?
Hoe weet je dat?
Welk kleed ziet ge graag?
- Studeer je?
- Ben je aan het studeren?
- Studeren jullie?
- Wat is jouw lievelingssport?
- Wat is uw lievelingssport?
- Wat is jullie lievelingssport?
Hoi, hoe gaat het?
- Welke browser gebruik je?
- Welke browser gebruikt u?
- Welke browser gebruiken jullie?
Voor wie ga je stemmen?
- Waar haal je die onzin vandaan?
- Waar heb je het verdomme over?
- Waar wacht je op?
- Waar wacht u op?
- Wat leer je?
- Wat ben je aan het leren?
Rook je?
- Waar denk je aan?
- Waar denkt u aan?
- Waarover zit je te denken?
Waar heb je het over?
Hoeveel boeken hebben jullie?
Hallo John! Hoe gaat het?
- Hoeveel pennen heeft u?
- Hoeveel pennen heb jij?
- Hoeveel pennen hebben jullie?
- Hoeveel pennen heb je?
- En met jou, hoe gaat het met jou?
- En u? Hoe gaat het met u?
- En jullie? Hoe gaat het met jullie?
Hoeveel broers heb je?
- Hoeveel appels wil je?
- Hoeveel appels wilt u?
- Hoeveel appels willen jullie?
Uit welk land kom je?
Hoeveel cd's heb je?
- Wat denk je?
- Wat denkt u?
- Wat denken jullie?
- Wat vind jij ervan?