Examples of using "Coller" in a sentence and their dutch translations:
...stormde op me af... ...en greep me vast.
- Het zal moeilijk zijn om de twee stukken aan elkaar te lijmen.
- De twee stukken zullen moeilijk aan elkaar kunnen worden gelijmd.
Ik ben vergeten de postzegel op de brief te plakken voor ik hem verstuurde.
- Ik ga hem neerschieten.
- Ik ga hem neerknallen.
Ik ga hem neerschieten.