Translation of "Avancer" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Avancer" in a sentence and their dutch translations:

- Continuez à avancer.
- Continue à avancer.

Blijf gaan.

Il peinait à avancer.

Hij had moeite om verder te gaan.

Pour avancer, on a besoin d'énergie.

Energie is essentieel om ons gaande te houden.

Continue à avancer, s'il te plaît.

Doorlopen, alsjeblieft.

Mets un pied devant l'autre, pour avancer.

Zet de ene voet voor de andere, om vooruit te gaan.

La famille doit avancer et trouver de l'eau.

De familie moet verder en water vinden.

Je dois avancer ma montre de deux minutes.

Ik moet mijn horloge twee minuten vroeger zetten.

J'ai du mal à avancer avec toute cette boue.

Ik kan maar amper een paar stappen zetten... ...in deze diepe modder.

J'ai aussi ressenti qu'à certains moments je reculerais pour mieux avancer.

Soms voelde ik dat ik eerst zou achteruitgaan voor ik zou verbeteren.

Guidée par la femelle la plus âgée, la harde fait avancer les plus petits.

Onder leiding van het oudste vrouwtje houdt de kudde de kleintjes in beweging.

La vie, c'est comme une bicyclette, il faut avancer pour ne pas perdre l'équilibre.

Het leven is als fietsen. Om in balans te blijven moet je in beweging blijven.

Mais elle doit avancer. Son troupeau doit quitter la ville avant le retour de la circulation.

Maar ze moet doorlopen. Haar kudde moet de stad uit voor het ochtendverkeer begint.