Examples of using "à kyoto" in a sentence and their dutch translations:
Ze woont in Kyoto.
Ik ben in Kyoto geboren.
Ik woon nu in Kyoto.
Ze woont in Kyoto.
Ken is in Kioto aangekomen.
Mijn ouders wonen in Kioto.
Morgen komt hij aan in Kioto.
Ik wil naar Kyoto gaan.
Ik ben in Kyoto geboren.
Ik ben twee keer in Kioto geweest.
Ik heb een vriend die in Kioto woont.
Hij is zaterdag aangekomen in Kyoto.
Ik ben twee keer in Kioto geweest.
Ik heb een oom die in Kyoto woont.
Ik ben een keer in Kioto geweest.
Ze heeft niet veel vrienden in Kyoto.
Ik heb een oom die in Kyoto woont.
Ik ben met de auto naar Kioto gereden.
- Ik heb een tante die in Kyoto woont.
- Ik heb een tante die in Kioto woont.
Ik ben twee keer in Kioto geweest.
De trein kwam op tijd aan in Kyoto.
's Zomers is het erg heet in Kioto.
Er zijn veel beroemde oude gebouwen in Kyoto.
Er zijn veel oude tempels in Kioto.
Ik bezocht het museum vaak toen ik in Kyoto woonde.
Ik bezocht het museum vaak toen ik in Kyoto woonde.