Examples of using "Thirst" in a sentence and their dutch translations:
Ik sterf van de dorst.
Tom stierf van de dorst.
De man kwam om van de dorst in een droge streek.
We hadden niet alleen honger, maar we leden ook dorst.
Met honger kun je omgaan, maar niet met dorst. Dan gaan je darmen pijn doen. Het is ondraaglijk.
Als de lucht uitdroogt, krijg je dorst en hoestbuien.
Weet iemand wat het betekent om van dorst om te komen naast de zee?