Translation of "Telephoned" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Telephoned" in a sentence and their dutch translations:

Paul telephoned just now.

Paul heeft net gebeld.

Has Lucy telephoned yet?

Heeft Lucy al getelefoneerd?

She telephoned just now.

Ze heeft net gebeld.

Tom telephoned his friend.

- Tom heeft zijn vriendin telefonisch gesproken.
- Tom belde zijn vriendin.

He neither wrote nor telephoned.

- Hij schreef noch telefoneerde.
- Hij heeft niet geschreven noch gebeld.
- Hij heeft niet geschreven en ook niet gebeld.

It was Mike that telephoned the police.

Het was Mike die de politie belde.

I was just about to go out shopping when you telephoned.

Ik stond op het punt om te gaan winkelen, toen jij belde.

While preparing this video, we telephoned CESAR BRAVO, a farmer from Spain, more specifically

Bij het voorbereiden van deze video hebben we gebeld met CESAR BRAVO, een boer uit Spanje, specifiek

- Has Lucy telephoned yet?
- Has Lucy already called?
- Has Lucy called already?
- Has Lucy called yet?

Heeft Lucy al gebeld?