Examples of using "Just" in a sentence and their dutch translations:
Grapje!
Grapje!
Ze is net vertrokken.
- Een ogenblikje.
- Een moment!
- Momentje!
- Een minuut.
Ik zeg het alleen maar!
Ze is net vertrokken.
Ik ben net aangekomen.
Ze is net vertrokken.
Tom is net vertrokken.
- Ik heb zojuist ontbeten.
- Ik heb juist ontbeten.
...gebroken.
Het stinkt.
Ontspan je.
Ga gewoon!
- Ik vraag het alleen maar.
- Ik vraag het gewoon.
Net goed!
- Wacht even!
- Wacht maar af!
Bied gewoon je excuses aan.
Net geschilderd.
- Alleen dat?
- Enkel dat?
Dat klopt.
Zwem gewoon.
- Bid maar.
- Bidden maar.
We zijn maar vrienden.
Tom is net vertrokken.
Tom is net aangekomen.
Ik ben alleen maar aan het kijken.
Ze is net vertrokken.
Hij is net weggegaan.
Ik ben enkel op bezoek.
Ze is net vertrokken.
Ik heb zojuist geluncht.
- Je bent maar een jongen.
- Je bent maar een kind.
Hij is net weggegaan.
Een ogenblik, alstublieft.
Ik ben net thuisgekomen.
Ze zijn zojuist aangekomen.
Laten we het gewoon doen.
We hadden net avondeten.
Niet doorvertellen.
Ik heb net gedoucht.
Ik ben net wakker geworden.
Je bent maar een kind.
Het is gewoon een baby.
We geven gewoon.
...in duigen.
Wat in mijn...
Alleen water, alstublieft.
Ik begin pas.
- Vergeet het nu maar.
- Laat maar zitten.
- Het is nog maar net begonnen.
- Het is amper begonnen.
Ik ben gewoon benieuwd.
Negeer hem gewoon.
- Volg ze gewoon.
- Volg ze maar.
Wees gewoon stil.
- Tom is gewoon verdwenen.
- Tom is net verdwenen.
Ik vermoed dat alleen maar.
Ik ben gewoon lui.
Neem er gewoon een.
Het is nu net middernacht.
Ze is net vertrokken.
Laten we gewoon luisteren!
Laten we maar gewoon beginnen.
Wees gewoon voorzichtig.
Wat is er zojuist gebeurd?
- Ze zijn net vertrokken.
- Zij zijn net vertrokken.
- Ze zijn net weggegaan.
- Zij zijn net weggegaan.
Die heeft er maar 2.
Hij is net teruggekomen.
Gewoon hier ondertekenen.
Ik zeg het alleen maar!
Razvan is net vertrokken.
Eén minuutje.
Doe het gewoon.
Ik ben net aangekomen.
Ik ben alleen maar aan het kijken.
Ik heb net gegeten.
Hij is net weggegaan.
Tom is net vertrokken.
- Een moment!
- Momentje!
Ik ben juist klaar.