Translation of "Shopping" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Shopping" in a sentence and their dutch translations:

- She has gone shopping.
- She went shopping.
- She is gone shopping.

- Ze is gaan shoppen.
- Ze is gaan winkelen.

I'm shopping.

Ik ben aan het kopen.

- She has gone shopping.
- She went shopping.

- Ze is gaan shoppen.
- Ze is gaan winkelen.

- She's a shopping addict.
- She's addicted to shopping.

Ze is verslaafd aan winkelen.

College, shopping, music.

Universiteit, winkelen, muziek.

She went shopping.

- Ze is gaan shoppen.
- Ze is gaan winkelen.

I hate shopping.

- Ik haat winkelen.
- Ik haat shoppen.

Tom is shopping.

Tom is aan het winkelen.

I went shopping.

Ik ben gaan winkelen.

- I do the shopping every morning.
- Every morning, I go shopping.
- I go shopping every morning.

Ik doe iedere morgen boodschappen.

- Tom is out shopping for Christmas gifts.
- Tom is out Christmas shopping.
- Tom is Christmas shopping.

Tom is kerstinkopen aan het doen.

- I have to go shopping.
- I need to go shopping.

Ik moet inkopen doen.

She went shopping elsewhere.

Ze ging ergens anders winkelen.

Where's the shopping center?

Waar is het winkelcentrum?

Mother has gone shopping.

Moeder is aan het winkelen.

- I'm buying.
- I'm shopping.

- Ik ben aan het kopen.
- Ik ben bezig met aankopen.
- Ik ben boodschappen aan het doen.

Yoko went shopping yesterday.

Joko heeft gisteren boodschappen gedaan.

She has gone shopping.

Ze ging inkopen doen.

They are going shopping.

Ze gaan boodschappen doen.

Christmas shopping is stressful.

De kerstinkopen zijn stressvol.

We're going shopping tomorrow.

- We gaan morgen winkelen.
- Morgen gaan we shoppen.

Tom is Christmas shopping.

Tom is kerstinkopen aan het doen.

My mother is shopping.

Mijn moeder is boodschappen aan het doen.

- I go grocery shopping every morning.
- I go shopping every morning.

Ik doe iedere morgen boodschappen.

I have to go shopping.

Ik moet gaan winkelen.

Mother has just gone shopping.

Moeder is net gaan winkelen.

Do you often go shopping?

Ga je vaak winkelen?

I go shopping every morning.

Ik doe iedere morgen boodschappen.

Maria needs to go shopping.

Maria moet gaan winkelen.

We need to go shopping.

We moeten inkopen doen.

I need to go shopping.

Ik moet inkopen doen.

- Tom is out doing his Christmas shopping.
- Tom is doing his Christmas shopping.

Tom doet zijn kerstinkopen.

- Have you already finished your Christmas shopping?
- Have you finished your Christmas shopping yet?

- Ben je al klaar met je kerstinkopen?
- Bent u al klaar met uw kerstinkopen?
- Zijn jullie al klaar met jullie kerstinkopen?

- When is the shopping centre open until?
- How late is the shopping centre open?

Tot hoe laat is het winkelcentrum open?

The shopping center will be demolished.

Het winkelcentrum wordt gesloopt.

My mother went shopping downtown yesterday.

Mijn moeder is gisteren inkopen gaan doen in het centrum.

Mother has just gone out shopping.

Moeder is net gaan winkelen.

Tomorrow I have to go shopping.

Morgen moet ik boodschappen doen.

Do you go shopping every day?

Doe je iedere dag boodschappen?

Have you done your Christmas shopping?

- Heb je je kerstinkopen gedaan?
- Hebt u uw kerstinkopen gedaan?
- Hebben jullie je kerstinkopen gedaan?

Have you finished your Christmas shopping?

- Ben je klaar met je kerstinkopen?
- Bent u klaar met uw kerstinkopen?
- Zijn jullie klaar met jullie kerstinkopen?

How's your Christmas shopping coming along?

- Hoe gaat het met je kerstinkopen?
- Hoe gaat het met uw kerstinkopen?
- Hoe gaat het met jullie kerstinkopen?

Can I use this shopping cart?

Kan ik deze winkelwagen gebruiken?

Tom is shopping for Christmas presents.

Tom is aan het winkelen voor kerstcadeaus.

Have you started your Christmas shopping?

- Ben je begonnen met je kerstinkopen?
- Bent u begonnen met uw kerstinkopen?
- Zijn jullie begonnen met jullie kerstinkopen?

He went shopping at a department store.

Hij ging boodschappen doen in een warenhuis.

Can you do some shopping for me?

Kan je voor mij wat inkopen doen?

Tell her that I am doing shopping.

Vertel haar dat ik boodschappen doe.

I paid for my shopping in cash.

Ik heb mijn boodschappen contant betaald.

What hours is the shopping center open?

Om hoe laat is het winkelcentrum open?

I need to do some Christmas shopping.

Ik moet wat kerstinkopen doen.

Do you always go shopping by yourself?

Ga je altijd alleen winkelen?

Tom is out shopping for Christmas gifts.

Tom is kerstinkopen aan het doen.

I don't usually go shopping on Mondays.

Normaal ga ik ‘s maandags niet winkelen.

Have you finished all your Christmas shopping?

- Ben je klaar met al je kerstinkopen?
- Bent u klaar met al uw kerstinkopen?
- Zijn jullie klaar met al jullie kerstinkopen?

Would you like to go shopping tomorrow?

- Heb je zin om morgen te gaan shoppen?
- Heb je zin om morgen te gaan winkelen?

I would rather not go shopping alone.

Ik zou liever niet alleen gaan winkelen.

Tom is out doing his Christmas shopping.

Tom doet zijn kerstinkopen.

Have you started your Christmas shopping yet?

- Ben je al begonnen met je kerstinkopen?
- Bent u al begonnen met uw kerstinkopen?
- Zijn jullie al begonnen met jullie kerstinkopen?

Tom has already finished his Christmas shopping.

Tom is al klaar met zijn kerstinkopen.

Have you finished your Christmas shopping yet?

- Ben je al klaar met je kerstinkopen?
- Bent u al klaar met uw kerstinkopen?
- Zijn jullie al klaar met jullie kerstinkopen?

She has to go shopping in the afternoon.

Zij moet 's middags boodschappen gaan doen.

Would you like to go shopping with me?

Heb je zin om mee te gaan winkelen?

I want to do some shopping around here.

Ik wil hier een paar dingen kopen.

When was the last time you did shopping?

Wanneer was het de laatste keer dat je boodschappen hebt gedaan?

Tom asked Mary where she usually went shopping.

Tom vroeg aan Mary waar ze gewoonlijk gaat winkelen.

I like to go shopping in that store.

Ik ga graag in die winkel inkopen.

Did you put "sugar" on the shopping list?

Heb jij "suiker" op het boodschappenlijstje gezet?

Am I allowed to use that shopping cart?

Kan ik deze winkelwagen gebruiken?