Examples of using "Shopping" in a sentence and their dutch translations:
- Ze is gaan shoppen.
- Ze is gaan winkelen.
Ik ben aan het kopen.
- Ze is gaan shoppen.
- Ze is gaan winkelen.
Ze is verslaafd aan winkelen.
Universiteit, winkelen, muziek.
- Ze is gaan shoppen.
- Ze is gaan winkelen.
- Ik haat winkelen.
- Ik haat shoppen.
Tom is aan het winkelen.
Ik ben gaan winkelen.
Ik doe iedere morgen boodschappen.
Tom is kerstinkopen aan het doen.
Ik moet inkopen doen.
Ze ging ergens anders winkelen.
Waar is het winkelcentrum?
Moeder is aan het winkelen.
- Ik ben aan het kopen.
- Ik ben bezig met aankopen.
- Ik ben boodschappen aan het doen.
Joko heeft gisteren boodschappen gedaan.
Ze ging inkopen doen.
Ze gaan boodschappen doen.
De kerstinkopen zijn stressvol.
- We gaan morgen winkelen.
- Morgen gaan we shoppen.
Tom is kerstinkopen aan het doen.
Mijn moeder is boodschappen aan het doen.
Ik doe iedere morgen boodschappen.
Ik moet gaan winkelen.
Moeder is net gaan winkelen.
Ga je vaak winkelen?
Ik doe iedere morgen boodschappen.
Maria moet gaan winkelen.
We moeten inkopen doen.
Ik moet inkopen doen.
Tom doet zijn kerstinkopen.
- Ben je al klaar met je kerstinkopen?
- Bent u al klaar met uw kerstinkopen?
- Zijn jullie al klaar met jullie kerstinkopen?
Tot hoe laat is het winkelcentrum open?
Het winkelcentrum wordt gesloopt.
Mijn moeder is gisteren inkopen gaan doen in het centrum.
Moeder is net gaan winkelen.
Morgen moet ik boodschappen doen.
Doe je iedere dag boodschappen?
- Heb je je kerstinkopen gedaan?
- Hebt u uw kerstinkopen gedaan?
- Hebben jullie je kerstinkopen gedaan?
- Ben je klaar met je kerstinkopen?
- Bent u klaar met uw kerstinkopen?
- Zijn jullie klaar met jullie kerstinkopen?
- Hoe gaat het met je kerstinkopen?
- Hoe gaat het met uw kerstinkopen?
- Hoe gaat het met jullie kerstinkopen?
Kan ik deze winkelwagen gebruiken?
Tom is aan het winkelen voor kerstcadeaus.
- Ben je begonnen met je kerstinkopen?
- Bent u begonnen met uw kerstinkopen?
- Zijn jullie begonnen met jullie kerstinkopen?
Hij ging boodschappen doen in een warenhuis.
Kan je voor mij wat inkopen doen?
Vertel haar dat ik boodschappen doe.
Ik heb mijn boodschappen contant betaald.
Om hoe laat is het winkelcentrum open?
Ik moet wat kerstinkopen doen.
Ga je altijd alleen winkelen?
Tom is kerstinkopen aan het doen.
Normaal ga ik ‘s maandags niet winkelen.
- Ben je klaar met al je kerstinkopen?
- Bent u klaar met al uw kerstinkopen?
- Zijn jullie klaar met al jullie kerstinkopen?
- Heb je zin om morgen te gaan shoppen?
- Heb je zin om morgen te gaan winkelen?
Ik zou liever niet alleen gaan winkelen.
Tom doet zijn kerstinkopen.
- Ben je al begonnen met je kerstinkopen?
- Bent u al begonnen met uw kerstinkopen?
- Zijn jullie al begonnen met jullie kerstinkopen?
Tom is al klaar met zijn kerstinkopen.
- Ben je al klaar met je kerstinkopen?
- Bent u al klaar met uw kerstinkopen?
- Zijn jullie al klaar met jullie kerstinkopen?
Zij moet 's middags boodschappen gaan doen.
Heb je zin om mee te gaan winkelen?
Ik wil hier een paar dingen kopen.
Wanneer was het de laatste keer dat je boodschappen hebt gedaan?
Tom vroeg aan Mary waar ze gewoonlijk gaat winkelen.
Ik ga graag in die winkel inkopen.
Heb jij "suiker" op het boodschappenlijstje gezet?
Kan ik deze winkelwagen gebruiken?