Examples of using "Stuck" in a sentence and their dutch translations:
Het zit vast.
De rits zit vast.
Ik zat vast.
Tom kwam niet verder.
Zit je vast?
Ik zit hier vast.
Deze lade klemt.
Daar zit iets vast.
Blijven we vastzitten in ons hoofd.
De konijnen staken hun snuitjes uit.
Ik zit vast in de modder.
De kat zit vast in de boom.
En daarom zitten we vast.
Tom zit vast in het verleden.
- Ik zit vast in de file.
- Ik zit vast in een verkeersopstopping.
Tom kwam vast te zitten in de modder.
Ik zit bij de vierde vraag vast.
Ik stond vast in de file.
Hij stak zijn mes in de boom.
De auto kwam vast te zitten in de modder.
De auto zat vast in de modder.
Tom stak zijn potlood achter zijn oor.
dat je vastzat aan de structuur van je DNA.
Dat kind stak zijn tong naar me uit.
Zijn auto zat vast in een dikke laag sneeuw.
Tom plakte een handgeschreven briefje op de deur.
Ik heb een splinter in mijn vinger.
als doodlopend verhaal op de intensive care.
Weten jullie waarom Einstein zijn tong uitstak?
"Struisvogel!" - en iedereen stak zijn hoofd onder de tafel.
Tom stak zijn tong uit en nam een selfie.
Ik moet steeds maar denken aan het spinnenweb van Lvivse straten.
maar één ding viel ons vooral op
stak haar tong uit de zijkant van haar mond
Hij stak zijn hoofd in het zand zoals een struisvogel.
Het spijt me maar ik ga te laat zijn. Ik zit vast in het verkeer.
- Zaten je oogleden aan elkaar geplakt toen je vanochtend wakker werd?
- Zaten uw oogleden aan elkaar geplakt toen uw vanochtend wakker werd?
ze zitten vast onder een immer groeiende bezetting zonder toekomst als volk.
Als we onze kerstboom versieren, blijft klatergoud aan onze kleren hangen.
De taart was best goed gelukt, hoewel ze zich niet aan het recept had gehouden.
"Ja," antwoordde Dima, terwijl hij een stukje halfopgegeten vis dat was blijven zitten op zijn rechtermouw wegveegde. "Ik wil graag dat daar kopen."