Translation of "Something" in Dutch

- Say something!
- Say something.

Zeg iets.

- Something happened.
- Something has happened.
- Something did happen.

Er is iets gebeurd.

- Is something wrong?
- Something wrong?

Is er iets mis?

- You've found something.
- They found something.
- You found something.

Ze hebben iets gevonden.

- Is something wrong?
- Something wrong?
- Is there something wrong?

Is er iets mis?

- Is something wrong?
- Something wrong?
- Did something seem wrong?
- Is there something wrong?

Is er iets mis?

- I found something.
- I've found something.

Ik heb iets gevonden.

- Did something happen?
- Has something happened?

Is er iets gebeurd?

Do something!

Doe iets!

Write something.

Schrijf iets.

Eat something.

Eet iets.

Say something!

Zeg iets!

Something changed.

Er is iets veranderd.

Something happened.

Er is iets gebeurd.

Choose something.

Kies iets.

Drink something.

Drink iets.

Something stinks.

- Hier klopt iets niet.
- Er stinkt iets.
- Hier deugt iets niet.

- Something's changed.
- Something changed.
- Something has changed.

Er is iets veranderd.

- I can hear something.
- I hear something.

Ik hoor iets.

Something tells me that you're hiding something.

Iets vertelt me dat je wat verbergt.

- Let's try something.
- We will have to do something.
- We have to do something.
- We must do something.
- We'll have to do something.

- Laten we iets proberen!
- We moeten iets doen.
- Laat ons iets proberen.

- Something must be done!
- Something must be done.
- We'll have to do something.

Er moet wat gedaan worden!

- Something's not right.
- Something isn't right.
- Something is wrong.
- Something is not right.

- Iets klopt hier niet.
- Er is iets aan de hand!

- May I say something?
- Can I say something?

Mag ik iets zeggen?

- Did somebody hear something?
- Did someone hear something?

Heeft iemand iets gehoord?

- Maybe Tom knows something.
- Tom might know something.

Misschien weet Tom iets.

- Did you find something?
- Have you found something?

Heb je iets gevonden?

- I found out something.
- I've found something out.

- Ik heb iets ontdekt.
- Ik ben iets te weten gekomen.

- Did I miss something?
- Have I missed something?

Heb ik iets gemist?

- Something's missing.
- There's something missing.
- Something is missing.

Er ontbreekt iets.

- We have to do something.
- We must do something.
- We need to do something.

We moeten iets doen.

- I want something to drink.
- I'd like something to drink.
- I want to drink something.
- I would like something to drink.
- I would like to drink something.
- I'd like to drink something.
- I could use something to drink.

Ik zou graag iets te drinken hebben.

Something smaller, perhaps.

Iets kleiners misschien.

Something completely unexpected.

Iets totaal onverwachts.

But something happened

Maar er gebeurde iets

Something stinks here.

Er stinkt hier iets.

I feel something.

Ik voel iets.

Tell us something.

Vertel ons iets.

Please eat something.

Eet alsjeblieft iets.

I heard something.

- Ik hoorde iets.
- Ik heb iets gehoord.

Tom ate something.

- Tom heeft iets gegeten.
- Tom at iets.

You dropped something.

Je hebt wat laten vallen.

You're hiding something.

- U verbergt iets.
- Jij verbergt iets.

Everyone wants something.

Iedereen wil iets.

There's something missing.

Er ontbreekt iets.

Please say something.

Zeg alsjeblieft iets.

Please do something.

Doe alsjeblieft iets.

Tom found something.

Tom heeft iets gevonden.

I'm missing something.

Iets ontgaat me.

Something seems wrong.

- Er lijkt iets mis te zijn.
- Het lijkt of er iets scheelt.

Something smells good.

Er ruikt iets goed.

Is something different?

- Is er iets anders?
- Is iets anders?

Something frightened Tom.

- Iets maakte Tom bang.
- Iets heeft Tom bang gemaakt.

Let's try something.

- Laten we iets proberen!
- Laat ons iets proberen.

They'll buy something.

Ze zullen iets kopen.

She's eating something.

Ze eet iets.

Sing something, please.

Zing iets, alstublieft.

I've forgotten something.

Ik ben iets vergeten.

Tom heard something.

Tom hoorde iets.

Something is changing.

Iets is aan het veranderen.

I've found something.

Ik heb iets gevonden.

Did something happen?

Is er iets gebeurd?