Translation of "Got" in Dutch

- I got mad.
- I got angry.
- I got furious.

- Ik werd boos.
- Ik werd kwaad.
- Ik ben boos geworden.

- She got angry.
- She got mad.

Zij werd kwaad.

- Tom got sunburned.
- Tom got burned.

Tom werd verbrand.

- She got angry.
- She got furious.

Zij werd kwaad.

Got him.

Hebbes.

Got it.

Hebbes.

Got it!

Hebbes.

Got it?

- Snap je het?
- Verstaan?
- Begrepen?
- Heb je het begrepen?
- Heb je het gesnapt?
- Snappen jullie?

- It's got cold.
- The weather got cold.

Het is koud geworden.

- Got the hang of it?
- Got it?

Heb je het gesnapt?

Got it! I've got it, here we go.

Hebbes. Ik heb hem. Zo.

- I got really mad.
- I got really angry.

Ik ben echt kwaad geworden.

Got to rub it in, got to relax,

Wrijf het erin, ontspan je,

- I just got up.
- I got up a minute ago.
- I've just got up.

Ik ben net opgestaan.

Got a wolf!

Een wolf.

I got sick.

Ik werd ziek.

They got married.

Ze zijn getrouwd.

You got skills?

Heb je enige vaardigheden?

You got it.

- Je hebt het.
- U hebt het.
- Jullie hebben het.

It's got cold.

Het is koud geworden.

He got angry.

Hij werd kwaad.

- Got it?
- Understood?

Snap je het?

We got ready.

We hebben ons klaargemaakt.

I got it.

Ik heb het.

I got bored.

Ik verveelde me.

Tom got suspended.

Tom werd geschorst.

Nobody got injured.

- Niemand is gewond geraakt.
- Niemand werd gewond.

Things got weird.

- Het werd vreemd.
- De dingen werden raar.
- Het liep fout.

He got caught.

- Hij werd opgepakt.
- Hij werd betrapt.

She got caught.

- Ze werd opgepakt.
- Ze werd betrapt.

He got away.

Hij is weggekomen.

I got busy.

- Ik heb het druk gehad.
- Ik ben bezig geweest.

She got angry.

Zij werd kwaad.

Tom got fatter.

Tom werd dikker.

You've got company.

- Je hebt gezelschap.
- Je hebt bezoek.

I got pregnant.

Ik werd zwanger.

We got married.

- We zijn getrouwd.
- Wij zijn getrouwd.

We've got enough.

We hebben genoeg.

You've got willpower.

- Jullie hebben wilskracht.
- U heeft wilskracht.
- Jij hebt wilskracht.

Tom got dressed.

Tom kleedde zich aan.

I got one!

Ik heb er een!

I've got beer.

Ik heb bier.

Tom got stuck.

Tom kwam niet verder.

I got divorced.

Ik ben gescheiden.

I got lost.

Ik ben de weg kwijt.

Tom got fired.

Tom werd ontslagen.

He's got style.

Hij heeft stijl.

Tom got confused.

Tom raakte in de war.

We've got something.

We hebben iets.

We've got these.

We hebben deze.

They got it.

Ze hebben het begrepen.

I got nervous.

- Ik werd nerveus.
- Ik werd zenuwachtig.

I've got money.

Ik heb geld.

Things got heated.

De dingen liepen hoog op.

Things got violent.

Het werd gewelddadig.

Things got worse.

Het werd nog erger.

You've got mail.

Je hebt post.

You've got me.

Je hebt mij.

Tom got injured.

Tom is gewond geraakt.

- Got it!
- Understood!

Begrepen!

Tom got taken.

Tom werd meegenomen.

Tom got sunburned.

- Tom werd verbrand.
- Tom heeft een zonneslag opgelopen.

Tom got sick.

- Tom werd ziek.
- Tom is ziek geworden.

Tom got shot.

Tom werd neergeschoten.

Tom got lost.

Tom is verdwaald.

Tom got depressed.

- Tom werd depressief.
- Tom raakte depressief.
- Tom is depressief geworden.

Tom got angry.

Tom werd kwaad.

Tom got impatient.

Tom werd ongeduldig.

Sami got caught.

Sami werd gepakt.

It got better!

Het werd beter!

Sami got sick.

Sami werd ziek.

I got angry.

Ik werd boos.

I got frightened.

Ik werd bang.