Examples of using "Scream" in a sentence and their dutch translations:
- Gil.
- Schreeuw.
Ik zal schreeuwen.
- Schreeuw niet.
- Schreeuw niet!
Schreeuw het uit!
Wat een gil!
- Schreeuw niet.
- Schreeuw niet!
Ik heb u horen roepen.
Een schreeuw doorbrak de stilte.
Ik krijs om ijs.
Ik hoorde een vrouw schreeuwen.
Ik hoorde net iemand roepen.
De jongen begon te gillen.
Heb je geen schreeuw gehoord?
Ik hoorde een vrouw schreeuwen.
Hoe hard je ook "Oe-oe!" roept, in een wolf verander je toch niet.
Ik zou hard schreeuwen als ik een schorpioen in mijn kamer zou vinden.