Translation of "Heard" in Dutch

- I heard it.
- I heard that.
- I've heard that.

Dat hoorde ik.

- I've heard everything.
- I heard everything.
- I have heard everything.

Ik hoorde alles.

- I've heard everything.
- I heard everything.

Ik hoorde alles.

We heard.

- We hebben het gehoord.
- We hoorden het.
- We hebben gehoord.
- We hoorden.

You heard.

Je hoorde.

Have been heard.

...zijn ontvangen.

And I heard,

En ik hoorde,

I heard something.

- Ik hoorde iets.
- Ik heb iets gehoord.

I heard you.

- Ik hoorde jou.
- Ik hoorde jullie.
- Ik hoorde u.

I heard voices.

Ik hoorde stemmen.

I heard everything.

- Ik heb alles gehoord.
- Ik hoorde alles.

I've heard nothing.

Ik heb niets gehoord.

Tom heard something.

Tom hoorde iets.

I heard otherwise.

- Ik heb iets anders gehoord.
- Ik heb anders gehoord.
- Ik heb het tegendeel gehoord.

He heard footsteps.

Hij hoorde voetstappen.

I've heard everything.

Ik hoorde alles.

I heard gunfire.

Ik hoorde geweerschoten.

I've heard enough.

Ik heb genoeg gehoord.

- I heard you guys whispering.
- I heard you whisper.

Ik heb jullie horen fluisteren.

- We heard the door close.
- We heard the door shut.
- We heard the door closing.

We hoorden de deur dichtgaan.

- I heard the telephone ringing.
- I heard the phone ring.

Ik hoorde de telefoon rinkelen.

- That's not what I heard.
- That's not what I've heard.

Dat is niet wat ik gehoord heb.

- I heard her sing a song.
- I heard her singing.

Ik hoorde haar zingen.

- I heard a woman scream.
- I heard a woman screaming.

Ik hoorde een vrouw schreeuwen.

- We heard the door close.
- We heard the door shut.

We hoorden de deur dichtgaan.

We even heard planes.

We hebben zelfs vliegtuigen gehoord.

Never heard of it.

Nog nooit van gehoord!

Have you heard anything?

Hoorde je iets?

Tom heard the sound.

Tom hoorde het geluid.

Tom heard the noise.

Tom hoorde het lawaai.

I heard her singing.

Ik hoorde haar zingen.

I heard an explosion.

Ik hoorde een explosie.

I heard you scream.

Ik heb u horen roepen.

Have you heard that?

Heeft u dat gehoord?

I'd heard you'd moved.

Ik hoor dat je bent verhuisd.

I heard you sing.

Ik hoorde je zingen.

We heard her cry.

We hoorden haar huilen.

I heard three explosions.

Ik hoorde drie explosies.

We heard three shots.

We hoorden drie schoten.

Tom heard something outside.

Tom hoorde buiten iets.

I heard about it.

Ik heb ervan gehoord.

She heard him cry.

Ze hoorde hem huilen.

She heard him sing.

- Ze hoorde hem zingen.
- Ze heeft hem horen zingen.

Tom heard Mary singing.

Tom hoorde Maria zingen.

Tom heard someone laughing.

Tom hoorde iemand lachen.

Tom heard Mary laugh.

Tom hoorde Maria lachen.

Tom heard dogs barking.

Tom hoorde honden blaffen.

I heard you snoring.

Ik hoorde je snurken.

I heard Tom hiccuping.

Ik hoorde Tom hikken.

I heard you sneezing.

- Ik hoorde je niezen.
- Ik hoorde u niezen.

Tom heard Mary sing.

Tom hoorde Mary zingen.

I heard about you.

Ik heb van je gehoord.

I heard the bell.

Ik hoorde de bel.

- I thought I heard you.
- I thought that I heard you.

Ik dacht dat ik u hoorde.

- I've heard nothing.
- I didn't hear anything.
- I haven't heard anything.

Ik heb niets gehoord.

- Tom said he heard someone yelling.
- Tom said he heard somebody yelling.
- Tom said that he heard somebody yelling.

- Tom zei dat hij iemand hoorde schreeuwen.
- Tom zei dat hij iemand had horen schreeuwen.

- I've heard that Robert is ill.
- I heard that Robert is ill.

Ik heb gehoord dat Robert ziek is.

- I've never heard of such a thing.
- I've never heard of that.

Daar heb ik nog nooit van gehoord.

You've heard this story before.

Je hebt dit verhaal eerder gehoord.

Have you heard from Freddie?

- Hebt ge het gehoord van Freddie?
- Hebt ge nog nieuws van Freddie?

I heard an unusual sound.

Ik heb een raar geluid gehoord.

Have you heard from her?

- Heb je van haar gehoord?
- Hebben jullie van haar gehoord?

He heard the dog barking.

Hij hoorde de hond blaffen.

We heard him come downstairs.

We hoorden hem naar beneden komen.

I never heard him sing.

Ik heb hem nog nooit horen zingen.

I heard a strange noise.

Ik heb een raar geluid gehoord.

I heard a woman scream.

Ik hoorde een vrouw schreeuwen.

That's not what I heard.

Dat is niet wat ik gehoord heb.

Have you heard from him?

Hebt ge iets over hem gehoord?

I heard a strange sound.

Ik heb een raar geluid gehoord.

We've heard that one before.

Het is altijd koekoek éénzang.

I heard the phone ring.

Ik hoorde de telefoon rinkelen.

I heard an unusual noise.

Ik hoorde een ongewoon geluid.