Examples of using "Robot" in a sentence and their dutch translations:
Uw naam? - Robot.
Hij heeft een robot gemaakt.
Dit is een kei van een robot.
Hij probeerde de robot te laten rennen.
Het laat alleen maar zien dat je geen robot bent.
Een androïde is een soort robot.
We proberen een mens-robotwereld te bouwen
De brug was vernietigd door een gigantische robot.
Hoe kan een robot daarbij helpen?
Hoe zou ik een robot kunnen zijn? Robots dromen niet.
Een robot kan meer werken dan een man.
Een robot kan meer werken dan een man.
en vandaag wil ik jullie een nieuw type robot laten zien,
begin je dingen op te merken zoals "Oh, mijn robot is vrij klein."
In het noordpoolgebied werken is erg moeilijk, zelfs voor een robot.
en dat geldt evenzeer voor robots als voor mensen.