Examples of using "Playstation" in a sentence and their dutch translations:
Ik speel op de PlayStation 3.
Ik zal nooit mijn Playstation weggooien.
Tom gebruikt zijn PlayStation 3 als Blu-rayspeler.
Radosław, Marek en Maciej vinden het leuk om computerspellen te spelen op de PlayStation 2.
Toen het kind de laatste PlayStation-software wilde, gedroeg hij zich als een verwend kind.