Translation of "Away" in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Away" in a sentence and their dutch translations:

- Stay away.
- Keep away.

- Blijf weg.
- Blijf uit de buurt.
- Blijf hier weg.

- Get away!
- Go away.

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Onder mijn ogen uit!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Verdwijn!
- Lazer op!
- Rot op.
- Maak dat je wegkomt!
- Donder op.
- Loop weg!
- Maak dat jullie wegkomen.
- Maak dat u wegkomt!
- Ga weg hier.

- Get away!
- Go away!
- Leave!

Ga weg!

- Please go away!
- Please go away.

- Alsjeblieft, ga weg!
- Ga alsjeblieft weg!

- He walked away.
- He went away.

Hij is vetrokken.

Go away!

- Ga weg!
- Wegwezen!

Get away.

- Ga weg.
- Maak dat je wegkomt.

Look away.

Kijk weg.

Stay away!

- Blijf uit de buurt!
- Blijf weg!

Run away!

- Weglopen!
- Ren weg!

Go away.

Laat me.

Keep away.

Blijf uit de buurt.

Get away!

Ga weg!

Fire away!

Vertel!

- Beat it.
- Get away from here.
- Get away!
- Go away.
- Get lost!

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Onder mijn ogen uit!
- Rot toch op!
- Wegwezen!
- Verdwijn!
- Rot op.
- Donder op.
- Ga toch weg!

- Get away!
- Go away.
- Rack off, hairy legs!
- Be gone!
- Away with you!

- Ga weg!
- Hoepel op!
- Wegwezen!

- He fled.
- He ran away.
- He's run away.

Hij vluchtte.

- She turned her eyes away.
- She looked away.

- Zij wendde de blik af.
- Zij wendde haar blik af.

- Get out.
- Get away!
- Get out!
- Go away.

- Maak dat jullie wegkomen!
- Maak dat u wegkomt!

Sure. Right away.

Zeker. Een ogenblikje.

He looked away.

Hij keek weg.

Please go away!

Alsjeblieft, ga weg!

He got away.

Hij is weggekomen.

He passed away.

Zij is gestorven.

Take me away.

Breng me weg.

He went away.

Hij is vetrokken.

She looked away.

Zij wendde de blik af.

Go away, Tom.

Ga weg, Tom.

Tom passed away.

Tom is overleden.

They drove away.

Ze reden weg.

I ran away.

Ik vluchtte.

- Pull!
- Fire away!

- Trek!
- Schiet!

She was away.

Ze was weg.

- Hey.
- Fire away!

- Zeg op!
- Vertel!

Don't go away!

Ga niet weg.

- Move.
- Get away.

- Ga!
- Ga weg.
- Ga maar.

She passed away.

Zij is overleden.

Take it away.

- Haal het weg.
- Neem het mee.

Mennad passed away.

Mennad is overleden.

Tom ran away.

- Tom is weggelopen.
- Tom is weggerend.
- Tom liep weg.
- Tom rende weg.

- Get away!
- Go away.
- Get lost!
- Get outta here!

- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Weg!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Maak dat je wegkomt!
- Opzij.
- Opschuiven.
- Loop weg!
- Maak dat jullie wegkomen.
- Maak dat u wegkomt!
- Ga weg hier.

- We need to get away.
- We must get away.

We moeten ervandoor.

- Don't you go away.
- Don't leave!
- Don't go away!

- Ga niet weg.
- Ga niet weg!

- Get away!
- Get out!
- Go away.
- Scram!
- Leave!
- Walk!

Weg!

- Get out.
- Get away!
- Get out!
- Go away.
- Scram!

Ga weg hier.

- Leave at once.
- Get away!
- Go away.
- Scram!
- Leave!

Maak dat je wegkomt.

I'd been trimming away the darkness, cutting away the pain

Ik had het duistere weg getrimd, de pijn eruit gesneden

- Get away!
- Fuck you!
- Go away.
- Get lost!
- Piss off!

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Onder mijn ogen uit!
- Rot toch op!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Verdwijn!
- Rot op.
- Donder op.
- Ga toch weg!

- Beat it.
- Get away!
- Go away.
- Get the fuck out!

- Ga weg!
- Verdwijn!
- Wegwezen.

- Get out.
- Beat it.
- Get away!
- Get out!
- Go away.

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Onder mijn ogen uit!
- Rot toch op!
- Wegwezen!
- Verdwijn!
- Rot op.
- Eruit!
- Donder op.
- Ga toch weg!
- Maak dat u wegkomt!

- Beat it.
- Get away!
- Go away.
- Get lost!
- You disappear.

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Onder mijn ogen uit!
- Rot toch op!
- Wegwezen!
- Verdwijn!
- Rot op.
- Donder op.
- Ga toch weg!

- Beat it.
- Get away!
- Go away.
- Screw you!
- Get lost!

- Rot op!
- Scheer je weg!

away from animal products.

weg van de dierlijke producten.

To gently back away.

...om achteruit te gaan.

The thief ran away.

De dief rende weg.

Take that box away!

- Haal die doos weg!
- Neem die doos hier vandaan!

The boy ran away.

- De jongen liep weg.
- De jongen rende weg.

The dog went away.

- De hond ging weg.
- De hond liep weg.

The crow flew away.

- De kraai vloog weg.
- De kraai is weggevlogen.

Rain, rain go away!

Regen, regen, ga weg!

The cat ran away.

De kat is weggelopen.

Put your clothes away.

Doe je kleren weg.

Tom has passed away.

- Tom is gestorven.
- Tom is overleden.

Just throw it away.

Gooi het gewoon weg.

Let's just go away.

Laten we gewoon weggaan.

Go away. I'm busy.

Ga weg. Ik heb het druk.

Don't get carried away.

Overdrijf het niet.

You can't get away.

Je kan niet wegkomen.

You can't run away.

Je kan niet wegrennen.

Come home right away.

Kom onmiddellijk naar huis.

I'm coming right away.

- Ik kom er onmiddellijk aan.
- Ik kom zo.

- Go away.
- Scram.
- Quit.

Ga weg!

Please take this away.

Alsjeblieft, haal dit weg.

Tom is far away.

Tom is ver weg.

Is Boston far away?

Is Boston ver weg?

Put away your wallet.

Steek je portefeuille weg.

Go away from here!

Hoepel op!

Stay away from here.

- Blijf hier vandaan.
- Blijf hier weg.

Pain, pain, go away.

Pijn, pijn, ga weg.