Examples of using "Handkerchief" in a sentence and their dutch translations:
Ge hebt uw zakdoek laten vallen.
Ik heb de zakdoek gestreken.
Ze vond een zakdoek.
Tom vouwde zijn zakdoek op.
Ik heb mijn zakdoek verloren.
Waar is mijn zakdoek?
Mijn zakdoek is blauw.
Hoeveel kost deze zakdoek?
Mag ik jouw zakdoek lenen?
Tom hoestte in zijn zakdoek.
Ze vouwde haar zakdoek zorgvuldig.
Tom bood Maria een zakdoek aan.
Heeft iemand een zakdoek?
Ik heb geen zakdoek.
Ik gebruik zelden een zakdoek.
- Heb je een zakdoek?
- Heeft u een zakdoek?
Mag ik een zakdoekje?
Ze verliest altijd opnieuw haar zakdoek.
Er zitten gaten in mijn zakdoek.
Maria hoestte bloed in haar zakdoek.
Tom hoestte bloed in zijn zakdoek.
Houd altijd een zakdoek in je zak.
Heb je een zakdoek voor mij?
Mam, waar is mijn zakdoek?
Ik heb de zakdoek gestreken.
Hij gebruikte zijn zakdoek om haar tranen weg te vegen.
"Hoeveel kost deze zakdoek?" "95 cent."