Translation of "Ticket" in Spanish

0.007 sec.

Examples of using "Ticket" in a sentence and their spanish translations:

- Ticket, alsjeblieft.
- Ticket, alstublieft.

El billete, por favor.

Ik heb geen ticket.

- No tengo boleto.
- No tengo billete.
- No tengo un pasaje.

Vergeet je ticket niet.

Que no se te olvide la entrada.

Pak een ticket voor me.

Consígueme un tiquete.

Het ticket kost honderd euro.

El billete cuesta cien euros.

Ik heb mijn ticket al gekocht.

Ya compré mi pasaje.

- Uw ticket, alstublieft.
- Uw kaartje, alstublieft.

Su billete, por favor.

Wat is de prijs van een ticket?

¿Cuál es el precio del billete?

Het ticket is geldig tot en met maandag.

El billete es válido hasta el lunes.

- Het ticket kost honderd euro.
- Het kaartje kost 100 euro.

El billete cuesta cien euros.

Let op mijn tas, terwijl ik een ticket ga kopen.

Vigila mi bolsa mientras voy a comprar un ticket.

- Ik heb ze gezegd dat ze me een nieuw ticket moeten opsturen.
- Ik heb ze gezegd dat ze me nog een ticket moeten opsturen.

- Les dije que me mandaran otro boleto.
- Les dije que me enviaran otro ticket.

Ik heb ze gezegd dat ze me nog een ticket moeten opsturen.

Les dije que me mandaran otro boleto.

Ik heb ze gezegd dat ze me een nieuw ticket moeten opsturen.

Les dije que me mandaran otro boleto.