Translation of "Kantoor" in Spanish

0.011 sec.

Examples of using "Kantoor" in a sentence and their spanish translations:

Waar is mijn kantoor?

¿Dónde está mi oficina?

Zij is op kantoor.

Ella está en la oficina.

- Ging je gisteren naar kantoor?
- Ben je gisteren naar kantoor gegaan?

¿Fuiste ayer a la oficina?

Ik heb gemakkelijk zijn kantoor gevonden.

Encontré su oficina con facilidad.

Gisteren kwam hij naar mijn kantoor.

Él vino a mi oficina ayer.

Hij vond zijn kantoor zonder problemen.

Él encontró su oficina sin dificultades.

Ik zal in mijn kantoor zijn.

Estaré en mi oficina.

- Mijn kantoor bevindt zich op de vijfde verdieping.
- Mijn kantoor is op de vijfde verdieping.

Mi oficina está en el quinto piso.

- Iemand liet de ramen van het kantoor open.
- Iemand heeft de vensters van het kantoor opengelaten.

Alguien dejó las ventanas de la oficina abiertas.

- Tot ziens! Hoe geraak ik uit het kantoor?
- Tot ziens! Hoe kom ik het kantoor uit?

¡Nos vemos! ¿Cómo salgo de la oficina?

Ik ging binnen in het nieuwe kantoor.

Entré a la oficina nueva.

Je hebt cd's gezonden uit je kantoor.

Enviaste CDs desde tu oficina.

Je hebt artikels gezonden uit je kantoor.

Enviaste artículos desde tu oficina.

De deur van het kantoor is geel.

La puerta de la oficina es amarilla.

Hij werkt met mij in het kantoor.

Él trabaja conmigo en la oficina.

Tom wacht op ons in zijn kantoor.

Tom nos está esperando en su oficina.

Zijn kantoor bevindt zich in het stadscentrum.

Su oficina queda en el centro.

Op kantoor kan ik geen tukje doen.

No puedo echar una siesta en la oficina.

En gingen ze in ons kantoor luidop lezen

y nos sentamos en la oficina y los leímos en voz alta,

Grenzend aan het kantoor is een vaste trap.

Adjacente a la oficina hay una escalera.

Ik ben erin geslaagd zijn kantoor te vinden.

Logré encontrar su oficina.

Mijn kantoor bevindt zich op de vijfde verdieping.

Mi oficina está en el quinto piso.

Deze morgen is Tom naar mijn kantoor gekomen.

Tom vino a mi oficina esta mañana.

Het was makkelijk om zijn kantoor te vinden.

Fue sencillo encontrar su oficina.

De conciërge heeft zijn kantoor op de tussenverdieping.

El conserje tiene su oficina en el entresuelo.

Op een dag toen we in zijn kantoor zaten,

Un día, mientras estábamos en la oficina,

Normaal gaat mijn vader met de bus naar kantoor.

Mi papá normalmente va en bus a su oficina.

Je moet niet naar het kantoor komen op zaterdag.

No hace falta que vengas a la oficina el sábado.

Het is tegen de regels op kantoor te roken.

Fumar en la oficina está contra las reglas.

Het kantoor van de burgemeester is in het stadhuis.

La oficina del alcalde está en el ayuntamiento.

Ik wil niet dat Tom naar je kantoor gaat.

No quiero que Tom vaya a tu oficina.

Tom luncht vlak bij het kantoor waar hij werkt.

Tom almuerza cerca de la oficina donde trabaja.

Je hoeft niet naar kantoor te komen op zaterdag.

No hace falta que vengas a la oficina el sábado.

Het kantoor van meneer Popescu is op de tiende verdieping.

La oficina del señor Popescu está en el décimo piso.

Soms ontsnap ik uit mijn kantoor om koffie te drinken.

A veces me escapo de mi oficina para tomarme un café.

Toms kantoor is niet waar ik dacht dat het was.

La oficina de Tom no está donde yo pensé que estaba.

- Ik wil je iets laten zien in mijn bureau.
- Ik wil je iets laten zien in mijn kantoor.
- Ik wil u iets laten zien in mijn kantoor.
- Ik wil jullie iets laten zien in mijn kantoor.

Quiero enseñarte algo en mi oficina.

- In het algemeen komt hij op kantoor aan rond halftien 's morgens.
- In het algemeen komt hij op kantoor rond half tien 's morgens.

En general llega a la oficina a eso de las nueve y media de la mañana.

Kom bij mijn kantoor langs, zo zal ik het je uitleggen.

Ven a verme a la oficina, así te lo explicaré.

Tom kwam naar mijn kantoor om me om geld te vragen.

Tom vino a mi oficina a pedirme dinero.

De heer Tanaka is op het ogenblik niet op zijn kantoor.

El señor Tanaka no está en su oficina por el momento.

Hij haalde diep adem voordat hij het kantoor van zijn chef binnenging.

Respiró profundamente antes de entrar a la oficina de su jefe.

De man die je gisteren in mijn kantoor zag komt uit België.

La persona que viste ayer en mi oficina es un belga.

In het algemeen komt hij op kantoor rond half tien 's morgens.

En general llega a la oficina a eso de las nueve y media de la mañana.

Af en toe neemt hij een kijkje in deze boekhandel onderweg naar huis van kantoor.

De vez en cuando él pasa por esa tienda de libros en su camino a casa de la oficina.